H2 Grammatik von Kapitel 4 und 5 wiederholen

1 / 11
volgende
Slide 1: Tekstslide
DuitsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 11 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Jetzt wiederholen wir die Grammatik
Beantworte die Fragen, die gestellt werden.

Slide 2 - Tekstslide

Richtig oder falsch:
De -fe- in feesttenten gebruiken we niet om een werkwoord te vervoegen.
A
waar
B
niet waar

Slide 3 - Quizvraag

Welke letter komt er in de tegenwoordige tijd achter de stam bij de du-vorm?
A
e
B
st
C
t
D
en

Slide 4 - Quizvraag

Wanneer komt er geen -st achter de du-vorm maar alleen een -t?
A
Nooit.
B
Wanneer de stam eindigt op -e.
C
Wanneer de stam eindigt op een s-klank.
D
Wanneer het werkwoord eindigt op -ieren.

Slide 5 - Quizvraag

Richtig oder falsch?
De vervoeging van het werkwoord 'spielen' in de ihr-vorm is 'spielt'.
A
Richtig
B
Falsch

Slide 6 - Quizvraag

Wanneer zetten we géén ge- voor een voltooid deelwoord?
A
Als het eindigt op -ieren.
B
Als het eindigt op -en.
C
Als het begint met ver-.
D
Als het begint met be-.

Slide 7 - Quizvraag

Maak het voltooid deelwoord van dit werkwoord: wünschen.

Slide 8 - Open vraag

der Hund / 
das Schaf
die Katze
die Tiere
eine
ein
keine

Slide 9 - Sleepvraag

mijn
jouw, je
haar
zijn
ons, onze
jullie
hun
uw
ihr- (mv)
dein-
ihr- (ev)
mein-
euer-
Ihr-
sein-
unser-

Slide 10 - Sleepvraag

Welke grammatica vind je het lastigst?
werkwoord vervoegen met (fe)esttenten.
het voltooid deelwoord
de ein- en kein-Gruppe
het bijvoeglijk naamwoord

Slide 11 - Poll