klas 1 NN - Spelling §2 - Bijvoeglijk naamwoord

Bijvoeglijk naamwoord
NN7 - Spelling §2
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Bijvoeglijk naamwoord
NN7 - Spelling §2

Slide 1 - Tekstslide

De meeste bijvoeglijke naamwoorden hebben een korte vorm en een lange vorm (met een e): 
leuk en leuke; groot en grote; duf en duffe.

Je zegt: 
De vakantie was leuk. Het was een leuke vakantie.
maar:
Het boek was leuk. Het was een leuk boek. 

Slide 2 - Tekstslide

Zo maak je de lange vorm van een bijvoeglijk naamwoord

Zet een e achter het woord:
– dwars → dwarse; dicht → dichte; zwart → zwarte.

Slide 3 - Tekstslide

Zo maak je de lange vorm van een bijvoeglijk naamwoord

Verdubbel de laatste letter en zet een e achter het woord:
– vet → vette; wit → witte; zwak → zwakke.

Slide 4 - Tekstslide

Zo maak je de lange vorm van een bijvoeglijk naamwoord

Haal een a, e, o of u weg en zet een e achter het woord:
– traag → trage; bleek → bleke; groot → grote;
puur → pure.

Slide 5 - Tekstslide

Zo maak je de lange vorm van een bijvoeglijk naamwoord

Verander een f in een v of een s in een z en zet een e achter het woord:
– actief → actieve; grijs → grijze.

Slide 6 - Tekstslide

Zo maak je de lange vorm van een bijvoeglijk naamwoord

Combineer die laatste twee manieren:
– gaaf → gave; waardeloos → waardeloze.

Slide 7 - Tekstslide

Sommige bijvoeglijke naamwoorden schrijf je met een trema (twee puntjes boven een klinker):

presidentieel → presidentiële
Industrieel → industriële

Daarmee geef je aan dat bij die klinker een nieuwe lettergreep begint. Zo voorkom je dat het woord verkeerd wordt uitgesproken.

Slide 8 - Tekstslide

Een stoffelijk bijvoeglijk naamwoord zegt van welk materiaal iets is gemaakt. Het heeft één vorm en eindigt vaak op en (een koperen gesp), behalve als het woord uit een andere taal komt (een rotan stoel) of een stof aanduidt die nog niet zo lang bestaat 
(een acryl vest).

Slide 9 - Tekstslide

Noteer de lange vorm van het bijvoeglijke naamwoord:
agressief

Slide 10 - Open vraag

Noteer de lange vorm van het bijvoeglijke naamwoord:
arm

Slide 11 - Open vraag

Noteer de lange vorm van het bijvoeglijke naamwoord:
fameus

Slide 12 - Open vraag

Noteer de lange vorm van het bijvoeglijke naamwoord:
financieel

Slide 13 - Open vraag

Noteer de lange vorm van het bijvoeglijke naamwoord:
Frans

Slide 14 - Open vraag

Noteer de lange vorm van het bijvoeglijke naamwoord:
gaaf

Slide 15 - Open vraag

Noteer de lange vorm van het bijvoeglijke naamwoord:
half

Slide 16 - Open vraag

Vul de juiste vorm (kort of lang) van het bijvoeglijk naamwoord in.
Het bedrijf had een ...... (financieel) ingreep nodig.

Slide 17 - Open vraag

Vul de juiste vorm (kort of lang) van het bijvoeglijk naamwoord in.
Blijf alsjeblieft uit het ...... (crimineel) circuit.

Slide 18 - Open vraag

Vul de juiste vorm (kort of lang) van het bijvoeglijk naamwoord in.
Daar lopen namelijk ..... (gewetenloos) boeven rond.

Slide 19 - Open vraag

Vul de juiste vorm (kort of lang) van het bijvoeglijk naamwoord in.
Philips is een ..... (internationaal) bedrijf.

Slide 20 - Open vraag

Vul de juiste vorm (kort of lang) van het bijvoeglijk naamwoord in.
Tekenen en schilderen zijn .... (creatief) vakken.

Slide 21 - Open vraag

Ga nu op je laptop naar de digitale methode van Nieuw Nederlands en maak de opdrachten die ik heb klaargezet in de planning. 

Slide 22 - Tekstslide