Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
Debat en woordenschat - week 3
WELKOM
bij Nederlands
1 / 19
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
In deze les zitten
19 slides
, met
interactieve quizzen
en
tekstslides
.
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
WELKOM
bij Nederlands
Slide 1 - Tekstslide
Planning vandaag
Periode C
Metonymie herhalen
Woordenschat H3
Slide 2 - Tekstslide
Periode C
Woordenschat H1-6
toets: vr 14 mrt
Debat
debat: di 25 mrt
Schrijf dit meteen in je
daltonplanagenda
!
Slide 3 - Tekstslide
Wat is een understatement?
A
Een beeldspraak waarbij je beeld gebruikt
B
Een stijlfiguur waarbij je bewust iets extra sterk uitdrukt
C
Een stijlfiguur waarbij je iets bewust minder sterk uitdrukt
D
Een stijlfiguur waarbij je meerdere dingen opsomt achter elkaar
Slide 4 - Quizvraag
Wat is een hyperbool?
A
Een overdrijving
B
Een tegenstelling
C
Een druk persoon
D
Een verkleining
Slide 5 - Quizvraag
Wat is een eufemisme?
A
Stijlfiguur waarmee je iets overdrijft
B
Stijlfiguur waarmee je iets benadrukt
C
Stijlfiguur waarmee je iets mooier, leuker en minder erg maakt.
D
Stijlfiguur waarmee je iets erger, lelijker en slechter maakt
Slide 6 - Quizvraag
Hij heeft een glaasje teveel op.
Hyperbool , eufemisme of understatement?
A
hyperbool
B
understatement
C
eufemisme
Slide 7 - Quizvraag
Hij heeft GEEN KLAP uitgevoerd voor de proefwerkweek.
A
eufemisme
B
understatement
C
hyperbool
Slide 8 - Quizvraag
'EEN LEUK KARRETJE', zei Hetty toen ze de Jaguar van Felix zag.
A
eufemisme
B
understatement
C
hyperbool
Slide 9 - Quizvraag
Welk stijlfiguur?
Dit is echt de allerlekkerste soep die ik ooit gegeten heb!
A
eufemisme
B
hyperbool
C
understatement
Slide 10 - Quizvraag
Wat is een metoniem?
A
Als je een vergelijking maakt met/over een persoon
B
Als je een levenloos ding een menselijke eigenschap toedeelt
C
Als je een figuurlijk beeld schetst (bijvoorbeeld door een uitdrukking)
D
Als je een beeld schetst door een verwant woord te gebruiken
Slide 11 - Quizvraag
In welke zin is het groot geschreven woord als metoniem gebruikt? Er kunnen meerdere antwoorden goed zijn.
A
Ik heb geen zin in de VIETNAMEES en ga vanavond liever Mexicaans eten.
B
Er is kritiek op DEN HAAG omdat de regelgeving niet klopt
C
Is die mediale om je nek echt van ZILVER?
D
DE KUIP zit klaar voor een topduel uit de eredivisie.
Slide 12 - Quizvraag
In welke zin(nen) is het woord tussen haakjes als metoniem gebruikt?
A
Bernhard had al menig 'GLAS' gedronken en mocht daarom niet meer rijden.
B
Dit namaakportret van 'REMBRANDT' hangt bij ons aan de muur in de woonkamer.
C
Gisterenavond sprak ik op de verjaardag van Jet een 'ITALIAAN'.
D
Volgens 'DE BILT' kunnen we rekenen op een koude winterweek.
Slide 13 - Quizvraag
Welk woord is het metoniem is deze zin?
Bij de lunch bestelden ze drie spa.
A
lunch
B
ze
C
spa
D
drie
Slide 14 - Quizvraag
Wat is een voorbeeld van een metoniem?
A
De kroon heeft besloten om nieuwe kleding te kopen.
B
De kroon heeft besloten om nieuwe maatregelen te nemen.
C
De kroon heeft besloten om nieuwe gerechten te introduceren.
D
De kroon heeft besloten om nieuwe medewerkers aan te nemen.
Slide 15 - Quizvraag
In welke zin(nen) is het woord IN HOOFDLETTERS als metoniem gebruikt?
A
De SCHOTEL op ons dak is tijdens de hagelbui onherstelbaar beschadigd.
B
Er is kritiek op HILVERSUM omdat de radioprogramma’s steeds minder serieus worden.
C
Ik heb geen zin in de GRIEK en ga vanavond liever Mexicaans eten.
D
Is die medialle om je nek echt van GOUD?
Slide 16 - Quizvraag
Metonymie
Je benoemt niet rechtstreeks wat je bedoelt, maar gebruikt een woord dat ermee te maken heeft.
De meeste mensen willen
meer blauw
op straat.
(blauw is de kleur van het uniform van de politie)
Toen de sterspeler het veld opkwam, juichte
het stadion
uitbundig
(het stadion is de ruimte waarin de supporters zich bevinden).
Slide 17 - Tekstslide
Opdrachten deze week
Debat
(zie ook It's Learning)
Bekijk de fragmenten van debatten.
Bedenk bij de argumenten een stelling.
Woordenschat
Maak H3: metonymie.
Slide 18 - Tekstslide
Vandaag
Leren:
verschillende soorten metonymie.
Maken
:
H3 Woordenschat / opdracht Debat.
Daarna:
verder werken aan je taken.
Opdrachten niet af? Zet ze in je
daltonplanagenda:
bij vrijdag.
timer
10:00
Slide 19 - Tekstslide
Meer lessen zoals deze
Debat en Woordenschat - week 2
24 dagen geleden
- Les met
18 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
H3 ws Metonymie 3H
Maart 2021
- Les met
10 slides
Nederlands
Middelbare school
Stijlfiguren
Februari 2024
- Les met
16 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
H3 ws Metonymie 3H
Maart 2021
- Les met
11 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
H.3 Woordenschat - Metonymie
November 2023
- Les met
33 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
Havo 3 woordenschat
Mei 2022
- Les met
32 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
3HAVO H3 Woordenschat
Januari 2021
- Les met
19 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
Woordenschat Stijlfiguren
Mei 2024
- Les met
30 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 3