In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 60 min
Onderdelen in deze les
Welkom
Tas van tafel
Laptop pakken & in Lesson-Up
BINAS pakken
Slide 1 - Tekstslide
Lesdoelen vorige les
Je kunt uitleggen hoe ongeslachtelijke voortplanting werkt, een paar voorbeelden herkennen en noemen.
Je kunt uitleggen hoe celdeling verloopt, en in het bijzonder de mitose.
Je kunt de verschillende stadia van celdeling herkennen en uitleggen wat daar gebeurt.
Slide 2 - Tekstslide
In welk stadium van de mitose worden nieuwe kernmembranen gevormd?
A
telofase
B
profase
C
metafase
D
anafase
Slide 3 - Quizvraag
Fasen van de mitose zijn in willekeurige volgorde: metafase, profase, interfase en anafase. Bij welk(e) van deze fasen bestaan de chromosomen uit één chromatide? (T1)
A
Profase
B
Metafase
C
Anafase
D
Interfase
Slide 4 - Quizvraag
In de kern van een lichaamscel van een honderdste millimeter lang liggen 46 DNA-draden. De DNA-draden zijn je chromosomen. Het DNA in één cel weegt vlak na de deling 6 picogram, dat is zes miljoenste van een miljoenste gram. Hoeveel picogram DNA zit er in één cel tijdens de volgende drie cel fases? (I, 3p) a) na de S-fase b) na de mitose c) in één van de dochtercellen
Slide 5 - Open vraag
Ieder meisje kan rond haar 10-13e levensjaar een vaccinatie krijgen. Welke? Waarom?
Slide 6 - Tekstslide
Wat is het verband tussen mitose en kanker?
Slide 7 - Open vraag
Lesdoelen deze les
Je kunt uitleggen hoe een tumor kan ontstaan en welke factoren daar invloed op hebben
Je kunt uitleggen hoe kanker kan worden behandeld
Slide 8 - Tekstslide
Een tumorcel ontstaat doordat er mutaties in het DNA ontstaan. Deze mutaties worden veroorzaakt door carcinogene factoren. Een voorbeeld hiervan is veel rood/aangebrand vlees eten. Noem nog minstens 2 carcinogene factoren. (R)
Slide 9 - Open vraag
Ontregelde mitose
Bij de celdeling kunnen fouten voorkomen bij de verdubbeling van het DNA
Bij een aantal fouten in dezelfde cel kan deze cel zich op een onbeheerste manier gaan delen.
Hierdoor ontstaat een groep cellen met fouten. Zo’n groep cellen neemt vaak de vorm aan van een zwelling, die tumor wordt genoemd.
Slide 10 - Tekstslide
Ontregelde mitose
Dat een cel gaat delen wordt geregeld door bepaalde genen (stukken DNA).
Soms werken deze niet goed of muteren deze.
De cel gaat zich als een malle delen....
Slide 11 - Tekstslide
Slide 12 - Tekstslide
Bij tumoren spreken we over goedaardige en kwaadaardige gezwellen. Wat is het verschil?
Slide 13 - Open vraag
Goedaardige tumor
Groeit niet door andere weefsels of organen heen.
Het verspreidt zich niet in het lichaam.
Als een goedaardige tumor aandrukt tegen omliggende weefsels of organen kan dit een reden zijn om het te verwijderen.
Een wrat is een voorbeeld van een goedaardige tumor.
Slide 14 - Tekstslide
Slide 15 - Tekstslide
Kwaadaardige tumor
Een kwaadaardige tumor kan doorgroeien en daarmee omliggende weefsels en organen beschadigen.
Cellen kunnen losraken van een kwaadaardige tumor en via het bloed en/of de lymfe ergens anders in het lichaam terechtkomen en uitgroeien tot nieuwe tumoren. Dit noemen we uitzaaiingen.
Bij een kwaadaardige tumor spreken we van kanker
Slide 16 - Tekstslide
Slide 17 - Tekstslide
Welke manieren zijn er om een tumor te behandelen? (R)
Slide 18 - Open vraag
Behandeling
Chirurgische therapie
Radiotherapie
Chemotherapie
Hormonale therapie
Immunotherapie
Gentherapie
Slide 19 - Tekstslide
Slide 20 - Tekstslide
Welk bewering over kanker en mutaties is juist? (T1)
A
Kanker veroorzaakt mutaties zodat de regeling van de celdeling niet goed verloopt
B
Er is geen verband tussen mutaties en kanker want kanker wordt veroorzaakt door carcinogene stoffen.
C
Door kanker neemt het aantal mutaties toe zodat er een grotere kans is op een tumor.
D
Door mutaties kan kanker ontstaan
Slide 21 - Quizvraag
Aan de slag
Alle basiskennisvragen van 1.7 (huiswerk)
Eerder klaar?
Maak een begrippenlijst van alle dikgedrukte woorden bij paragraaf 1.7