In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Onderdelen in deze les
Les 7
Gespecialiseerd activiteitenprogramma
Slide 1 - Tekstslide
Herhaling vorige week
Slide 2 - Tekstslide
Een gedragsstoornis zit in de genen van het kind.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 3 - Quizvraag
'kan moeilijk rustig spelen of zich bezighouden met ontspannende activiteiten.' Deze uitspraak hoort bij
A
Alleen ADHD
B
Alleen ADD
C
Beide antwoorden zijn juist
D
Beide antwoorden zijn onjuist
Slide 4 - Quizvraag
Wanneer kinderen en jongeren met CD iets ouder zijn, gaan zij dingen doen die strafbaar zijn, zoals winkeldiefstal - seksueel misbruik - brandstichting.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 5 - Quizvraag
Wat weet je van het werkproces p2-k1-w2?
Slide 6 - Woordweb
Werkproces P2-K1-W2
Stelt een gespecialiseerd activiteitenprogramma op.
In dit examen stel je een gespecialiseerd activiteitenprogramma op voor een groepje van twee of meer kinderen/jongeren met gelijksoortige specifieke
ontwikkelingsbehoeften.
Slide 7 - Tekstslide
Stapsgewijs uitleg activiteitenplan
Om het activiteitenprogramma te maken stel je je eerst op de hoogte van het ontwikkelingsniveau en de specifieke ontwikkelingsbehoeften en/of -problemen van het groepje kinderen/jongeren.
Dit doe je door gesprekken te voeren met de kinderen/jongeren en/of de ouders/vervangende opvoeders en/of je collega’s.
Stel vervolgens een gespecialiseerd activiteitenprogramma voor deze
kinderen/jongeren op.
Slide 8 - Tekstslide
Stapsgewijs uitleg activiteitenplan
Begin het activiteitenprogramma met een beschrijving van de beginsituatie.
Geef hierin een beknopte beschrijving van het ontwikkelingsniveau en de specifieke ontwikkelingsbehoeften en/of -problemen van deze kinderen/jongeren.
Neem in het programma vier op elkaar afgestemde activiteiten op in een logische, aantrekkelijke planning.
Slide 9 - Tekstslide
Geef een voorbeeld van specifieke ontwikkelingsbehoeften en/of -problemen van een kind
Slide 10 - Open vraag
Stapsgewijs uitleg activiteitenplan
Geef per activiteit aan bij welk(e) ontwikkelingsgebied(en) en welke ontwikkelingsbehoeften en/of –problemen je aansluit.
Sluit met je keus voor activiteiten ook aan bij de aard, gewoonten, wensen, interesses en talenten van deze kinderen/jongeren.
Betrek de kinderen/jongeren bij de keus voor activiteiten en geef ze de ruimte om mee te denken, input te leveren en hun wensen kenbaar te maken
Slide 11 - Tekstslide
Stapsgewijs uitleg activiteitenplan
Maak bij één activiteit gebruik van de mogelijkheden of de expertise van iemand of een organisatie uit het netwerk van de organisatie, waar je dit examen uitvoert.
Houd bij je keuzes in dit activiteitenprogramma rekening met wat mogelijk is binnen de organisatie.
Onderbouw je keuzes voor deze vier activiteiten, licht toe op welke manier deze vier activiteiten de kinderen/jongeren stimuleren in hun ontwikkeling en hun specifieke ontwikkelingsbehoeften/-problemen.
Slide 12 - Tekstslide
Pauze
Slide 13 - Tekstslide
Zelfstandig aan de slag
Maak 2-tallen.
Jullie maken een activiteitenplan voor twee kinderen met dezelfde beperking. Jullie kiezen zelf om welke beperking het gaat. Jullie krijgen hier ongeveer 25 min. voor.
Dit activiteitenplan maak je op de laptop en dient als oefening voor het examen. Je klasgenoten geven hier feedback n.a.v. het examen op, dus zorg dat zij alleen bij dít bestand kunnen.
Slide 14 - Tekstslide
Feedback punten
Jullie geven o-v-g op de volgende punten:
een herkenbaar beeld gegeven van de kenmerken van de groep;
een duidelijke beschrijving gegeven van het ontwikkelingsniveau van het groepje kinderen/jongeren;
aangegeven welke ontwikkelingsgebieden met het activiteitenprogramma gestimuleerd worden
aangegeven welke ontwikkelingsbehoeften/-problemen bij de kinderen/jongeren spelen
per activiteit onderbouwd waarom de keus voor de activiteit passend is bij de specifieke ontwikkelingsbehoefte en/of-problematiek van de kinderen/jongeren;
per activiteit duidelijk gemaakt welke spel-, speel- en ontwikkelingsmaterialen ingezet worden;