9.4 Ziekte en afweer VWO 2

9.4 
Ziektes en afweer

1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 80 min

Onderdelen in deze les

9.4 
Ziektes en afweer

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we doen vandaag?
- Cijfers mindmap
- Het 'biologische momentje' van de dag
- Uitleg paragraaf 9.4


- Bespreken boekje 'Leren over vaccineren'. 




Slide 2 - Tekstslide

Het 'biologische momentje' van de dag...
Meningokokken:
  • Bacterie, de meningokok.
  • Oproep tot inenten.
  • Gevolgen kunnen zijn: bloedvergiftiging,
      hersenvliesontsteking.
  • Verspreiding door hoesten, niezen, zoenen.
  • Kinderen rond 2 jaar, pubers, of ouderen 50+.

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Video

Noem een ziekteverwekker
(mag meer dan 1)

Slide 5 - Woordweb

Soorten ziekteverwekkers:
  • Virussen, bijv. griepvirus of Ebola.
      - Vermeerdert zich door injectie genetisch materiaal in gezonde lichaamscel.
      - Ziek door: cel gaat kapot, kan functie niet meer uitvoeren. 
  • Bacteriën, bijv. salmonella.
      - Vermeerderen zich door deling,
      - Ziek door: geven giftige stoffen af.   
  • Schimmels, bijv. voetschimmel.
  • Zie bron 2, 3 blz. 91 KK!
  • Parasiet: hecht zich aan "gastheer" en gebruikt deze (schade).     
     bijv. Wormen (lintworm), eencellige (malaria) of geleedpotigen (luizen, teken.



Slide 6 - Tekstslide

Waarom kan je tegen een virus geen medicijnen nemen dat je geneest van het virus, zoals antibiotica bij een bacterie?
A
Virus is te klein.
B
Virus is geen organisme.
C
Virussen zijn met te veel.
D
Virus heeft een complexe bouw.

Slide 7 - Quizvraag

Bacterie:
Virus:

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Verloop: 
  • Besmetting: ziekteverwekker aanwezig maar nog niet (voldoende) vermenigvuldigd.
  • Infectie: vermenigvuldigen van ziekteverwekker in je lichaam (soms ontsteking tot gevolg).
  • Incubatietijd = vermeerdertijd tot je symptomen krijgt. 
  • Infectieziekten - verzamelnaam voor ziekten veroorzaakt door bacterie of virus.
  • Zie bron 4 blz. 92 KK!

Ontsteking: Doel: verwijderen
veroorzaker en schade
herstellen (etter/pus).

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Wat zijn antigenen?
A
Herkenningseitwitten aan de buitenkant van cellen
B
Witte bloedcellen die antistoffen maken
C
Witte bloedcellen die ziekteverwekkers opruimen
D
Lichaamseigen stoffen

Slide 12 - Quizvraag

Welke kleur heeft hier de antigeen?
A
Geel
B
Oranje
C
Blauw

Slide 13 - Quizvraag

Afweer: 
  • Afweer: (uitschakelen ziekteverwekker) door witte bloedcel(len).


  • Antigenen: Herkenningseiwitten buitenkant van eigen cellen (= lichaamseigen) of ziekteverwekkers (= lichaamsvreemd).


  • Antistoffen: passende stof op antigeen.
     - koppelen ziekteverwekkers aan elkaar.

     - ziekteverwekker beter herkenbaar vreetcel. 

  • Zie bron 8 blz. 93 KK!



Slide 14 - Tekstslide

3 typen witte bloedcellen: 
  • Vreetcellen: opeten ziekteverwekker (pus/etter). (Algemene afweer)
      - Proces = facocyteren. Bron 6 blz. 87 KK!

  • Antistofcellen: antistoffen aanmaken voor antigenen (zijn specifiek = specifieke afweer)
      - is actieve immuniteit (lichaam werkt zelf).

  • Geheugencellen: herkennen ziekteverwekkers,
      snellere aanmaak antistoffen = immuun

  • Bron 6, 7 en 8 blz. 92/93 KK!

Slide 15 - Tekstslide

Wat is een vaccinatie?
A
het inspuiten van de ziekte verwekker
B
het inspuiten van antistoffen
C
het inspuiten van medicatie
D
het inspuiten van dode of verzwakte ziekte verwekkers

Slide 16 - Quizvraag

Wat is een vaccinatie?
A
Natuurlijke immuniteit
B
Kunstmatige immuniteit

Slide 17 - Quizvraag

Immuniteit:
  • - Natuurlijk (ziek geweest).
      - Kunstmatig (via inenting/vaccinatie)

  • Vaccin = dode/zwakke ziekteverwekkers. 

  • Serum injectie (als je ziek bent):
     - antistoffen inspuiten = passieve immuniteit.
  • Bron 12 blz. 94 KK!  

Slide 18 - Tekstslide

Koorts:
  • Hypothalamus – thermostaat van je lichaam – regelt temperatuur.
  • Hypothalamus krijgt info temperatuur vanuit impulsen temperatuurzintuigen. 
  • Bijstellen wanneer nodig:
      - afkoelen (bloedvaten wijder – zweten)
      - opwarmen (bloedvaten nauwer – rillen – kippenvel)
  • Ziek? Witte bloedcellen geven stofjes af –hypothalamus reageert door lichaamstemp hoger
      te maken =  koorts.
  • Hogere temp. = betere werking witte bloedcellen (afweer).
  • Te hoge temp. dodelijk vanwege afbraak enzymen.
  • Paracetamol verlaagt koorts (langer ziek).

Slide 19 - Tekstslide

Einde
- Nakijken boekje 'vaccineren kun je leren'


Volgende week HGM afwezig (Plusdag VWO 2):

* Vragenuurtje PW op di 12-04-22 7e uur (vrijwillig)

Slide 20 - Tekstslide