In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Als er een voltooid deelwoord in de zin staat, is de pv meestal een vorm van zijn, hebben of worden.
VB: Het vliegtuig is op Schiphol geland.
pv= is
vd= geland
VB: Robin heeft geen straf gekregen.
pv=heeft
vd=gekregen