Spelling - Gebiedende wijs

2 H1 Spelling
Gebiedende wijs, samengestelde zinnen, persoonsvorm tt, persoonsvorm vt
1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

In deze les zitten 13 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

2 H1 Spelling
Gebiedende wijs, samengestelde zinnen, persoonsvorm tt, persoonsvorm vt

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we doen?
  • De lesdoelen bespreken
  •  Herhaling van de vorige les
  • Nieuwe stof bespreken
  • Zelfstandig werken in Workbook

Slide 2 - Tekstslide

Wat ga je leren deze les
- Ik weet wat gebiedende wijs is.
- Ik weet wat een samengestelde zin is.
- Ik weet hoe ik de persoonsvorm kan vinden in een samengestelde zin.
- Ik weet hoe ik de persoonsvorm in tt spel.
- Ik weet hoe ik de persoonsvorm in vt spel.

Slide 3 - Tekstslide

De vorige les spelling
Het voltooid deelwoord: wat was dat ook alweer?
Waar kun je het vd aan herkennen?
Hoe weet je of een vd met een d of t eindigt?

Schrijf het op je wisbordje!

Slide 4 - Tekstslide

Gebiedende wijs
Bij zinnen met een bevel gebruik je gebiedende wijs. (GW)

- Er staat geen onderwerp
- GW schrijf je als stam

Kun je een voorbeeld bedenken? Schrijf het op!

Slide 5 - Tekstslide

samengestelde zinnen
Zinnen met meerdere persoonsvormen noem je een samengestelde zin.
''Nabila kan nauwelijks geloven, dat Gehazi naar Jordanië gaat emigreren.''  

Schrijf de persoonsvormen op!

Slide 6 - Tekstslide

Wat moet je doen
Zet de zin in verleden tijd om erachter te komen wat de persoonsvormen zijn.

Maak geen vraagzin. Waarom niet? Schrijf het op!

Slide 7 - Tekstslide

Oefenen
Het is al laat, dus kom ik vanavond langs.
Ik ga naar huis, want ik moet huiswerk maken.

Slide 8 - Tekstslide

Persoonsvorm tt
In de tegenwoordige tijd schrijf je stam of stam + t

Wanneer schrijf je stam?
Wanneer schrijf je stam + t?

Welk ezelsbruggetje kun je gebruiken bij stam + t? 
Let op woorden met een D!

Slide 9 - Tekstslide

Oefenen
De trainer oordeel... positief over zijn optreden.
De minister schrijf... dat er opnieuw wor... geloot.
Verder mel... de krant geen nieuws.


Slide 10 - Tekstslide

Persoonsvorm vt
Wat is ook alweer het verschil tussen een sterk werkwoord en een zwak werkwoord?

Wanneer gebruik je 't ex fok schaap?
Hoe werkt 't ex fok schaap?

Wanneer dubbel d of dubbel t?

Slide 11 - Tekstslide

Oefenen
De kinderen lach.. (lachen) toen hij weer eens mors.. (morsen)
Het team lan... (landen) gisteren al op Schiphol.


Slide 12 - Tekstslide

Aan het werk!
Ga zelfstandig bezig in Workbook met de modules: 2 H1 Spelling

Slide 13 - Tekstslide