Grammatikos p.114-117

Grammatikos p.114-117
Het gebruik van de modi
1 / 11
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 11 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

Onderdelen in deze les

Grammatikos p.114-117
Het gebruik van de modi

Slide 1 - Tekstslide

Wat is WAAR?
A
de indicativus is een aanvoegende wijs
B
de indicativus geeft aan dat iets kan gebeuren
C
de indicativus kan met en zonder αν voorkomen
D
de indicativus zonder αν geeft een irrealis aan

Slide 2 - Quizvraag

De indicativus met αν geeft een irrealis weer. Wat is een irrealis?
A
dat een situatie niet werkelijk kan zijn
B
dat een situatie zou kunnen gebeuren
C
dat een situatie al is afgerond
D
dat een situatie nog gaat gebeuren

Slide 3 - Quizvraag

Een indicativus met αν geeft een irrealis weer. Wanneer de aoristus wordt gebruikt, dan ...
A
is het een irrealis van het heden
B
is het een irrealis van het verleden
C
is het irrealis van de toekomst
D
is het voortijdig

Slide 4 - Quizvraag

Welke ontkenning gebruik je bij een gebiedende wijs?
'doe dat niet!'
A
ου
B
ουκ
C
μηκετι
D
μη

Slide 5 - Quizvraag

De coniunctivus in de hoofdzin met αν...
A
geeft een aansporing weer
B
kan een aansporing, een verbod of een twijfel zijn
C
komt niet voor
D
geeft een finale zin weer

Slide 6 - Quizvraag

Hoe vertaal je een twijfel?
A
Laat hij twijfelen!
B
Moge hij twijfelen!
C
Hij zou kunnen twijfelen!
D
Moet ik twijfelen?

Slide 7 - Quizvraag

Welke twee opties zijn er bij een coniunctivus in de bijzin met αν?
A
doel of vrees
B
finalis of futuralis
C
futuralis of generalis
D
generalis of aansporing

Slide 8 - Quizvraag

De optativus in de hoofdzin zonder αν geeft een
A
wens
B
aansporing
C
twijfel
D
potentialis

Slide 9 - Quizvraag

De vervangende optativus komt voor als de hoofdzin
A
in de coniunctivus staat
B
ook in de optativus staat
C
in de tegenwoordige tijd staat
D
in de verleden tijd staat

Slide 10 - Quizvraag

de optativus potentialis vertaal je vaak met
A
moeten
B
zouden
C
willen
D
kunnen

Slide 11 - Quizvraag