CE - Inleiding op marketing H2

Deze les
  • Herhaling hoofdstuk 1 - Het marketingconcept (quiz)
  • Theorie hoofdstuk 2 - De marketingcyclus
  • Kennisvragen maken + bespreken
1 / 41
volgende
Slide 1: Tekstslide
Commerciële EconomieMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 41 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

Onderdelen in deze les

Deze les
  • Herhaling hoofdstuk 1 - Het marketingconcept (quiz)
  • Theorie hoofdstuk 2 - De marketingcyclus
  • Kennisvragen maken + bespreken

Slide 1 - Tekstslide

Wat is marketing?

Slide 2 - Open vraag

Marketing
Inspelen op wensen en behoeften van de klant!

Slide 3 - Tekstslide

In ieder flesje Yakult zitten 20 miljard L. casei Shirota. Met de L. casei Shirota wordt veel onderzoek gedaan en is een van de best onderzochte bacteriestammen ter wereld. De melkzuurbacteriën van Yakult hebben een bijzondere eigenschap, ze komen namelijk levend in de darmen aan. Je kunt op ieder moment van de dag van Yakult genieten.

Slide 4 - Tekstslide

Welk marktbenaderingsconcept wordt hier toegepast?

A
Productieconcept
B
Productconcept
C
Verkoopconcept
D
Marketingconcept

Slide 5 - Quizvraag

Wat houdt het marketingconcept in?
A
Goedkoop en verkrijgbaar
B
Kwaliteit van het product is belangrijk
C
Manier van verkopen is belangrijk
D
Wensen van de klant staan centraal

Slide 6 - Quizvraag

Waarom werken veel bedrijven volgens het marketingconcept?

Slide 7 - Open vraag

Waarom werken veel bedrijven volgens het marketingconcept?
Klanten worden steeds mondiger en weten steeds beter wat ze voor hun euro's kunnen kopen. Het toegenomen gebruik van internet speelt natuurlijk een belangrijk rol.

Goed luisteren naar je klant en proberen aan de wensen tegemoet te komen, is vrijwel altijd de meest succesvolle manier om te verkopen.

Slide 8 - Tekstslide

  • Productieconcept =

  • Productconcept =

  • Verkoopconcept =

  • Marketingconcept =

  • Maatschappelijk marketingconcept =




Goedkoop en verkrijgbaar

Kwaliteit van het product is belangrijk.
Manier van verkopen is belangrijk (promotie).
Wensen van de klant staan centraal.
Wensen van de klant + gevolgen op langere termijn.

Slide 9 - Tekstslide

Wat is customer service?
Geef ook een voorbeeld.

Slide 10 - Open vraag

Customer service
Klantgericht denken en handelen.

Voorbeelden van customer service:
Informatievoorziening, parkeergelegenheid, gratis kop koffie, bezorgmogelijkheid, helpdesk, reparatieservice, advies van medewerkers, testers, gemakkelijk ruilen, webshop, klantenpas, goede verpakking, speelhoek voor kinderen, breed ass. enz.

Slide 11 - Tekstslide

Wat betekent PLC?

Slide 12 - Open vraag

In welke fase van de PLC bevindt zich een cassetterecorder zich?
A
Verouderingsfase
B
Afnemende-groeifase
C
Introductiefase
D
Verzadigingsfase

Slide 13 - Quizvraag

Productlevenscyclus
Fase 1 Introductiefase
Fase 2 De snelle-groeifase
Fase 3 De afnemende-groeifase/rijpheidsfase
Fase 4 De verzadigingsfase
Fase 5 De verouderingsfase



Slide 14 - Tekstslide

Wat is Business-to-business (B2B)?
A
Handel tussen bedrijf en consument
B
Handel tussen consumenten
C
Handel tussen bedrijven
D
Weet ik niet

Slide 15 - Quizvraag

Vraag naar producten blz. 13/14/15
Als je inspeelt op de wensen en behoeften van klanten, probeer je daarmee te voldoen aan de vraag naar producten. 

Bij marketing bestaat er niet één vraag. We kunnen deze namelijk opdelen in verschillende soorten.

De vragen moet je kennen en kunnen uitleggen!

Slide 16 - Tekstslide

Effectieve vraag
De hoeveelheid van een product dat in een bepaalde periode is verkocht.
Potentiele vraag
(eventueel / mogelijk)
Vraag van afnemers die interesse hebben in een bepaald product, maar deze nog niet omzetten in aankoopgedrag.
Additionele vraag
De vraag naar een product door afnemers die dit product al bezitten. Ze willen een extra exemplaar.

Slide 17 - Tekstslide

Is hieronder sprake van een primaire of secundaire vraag?
Primaire vraag: de vraag naar een productsoort.
Secundaire vraag: de vraag naar een bepaald merk.
1. De vraag naar smeerboter.
2. De vraag naar shampoo.
3. De vraag naar Becel smeerboter.
4. De vraag naar de Iphone 11.
5. De vraag naar een mobiele telefoon.
Primair
Primair
Primair
Secundair
Secundair

Slide 18 - Sleepvraag

H2 - De marketingcyclus
Marketingplanningsproces/
marketingcyclus:
Proces van activiteiten om klanten op te sporen, aan te trekken en te behouden.

Fases op volgorde kennen!
Boek blz. 23

Slide 19 - Tekstslide

1. SWOT-analyse
Een analyse om te kijken hoe een bedrijf of een bepaald product in de markt ligt. Controleren of de gemaakte doelen nog reëel zijn.



                                    mogelijkheden voor jouw bedrijf

Dit samen zorgt voor de SWOT-analyse van een bedrijf:
S = strenghts      W = weaknesses        O = opportunities        T = threaths


Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Video

1. SWOT-analyse - Interne analyse
Interne analyse (sterke en zwakke punten):
  • Aspecten die beïnvloedbaar zijn door het eigen bedrijf.
  • Concurrentie in de gaten houden (onderscheiden).
  • Iets is een sterk punt als klanten dat sterk vinden.


Slide 22 - Tekstslide

1. SWOT-analyse - Externe analyse
Externe analyse (kansen en bedreigingen):
  • Factoren die je niet kunt beïnvloeden, maar wel invloed hebben op het resultaat van je bedrijf.

Indirecte omgevingsfactoren:
partijen waar je niet mee in contact staat.
Directe omgevingsfactoren:
partijen waar je voortdurend mee in contact staat.

Slide 23 - Tekstslide

Indirecte omgevingsfactoren:
DESTEP
  • Demografisch (bevolkingsopbouw)
  • Economisch (werkgelegenheid)
  • Sociaal-cultureel
    (vrijetijdsbesteding)
  • Technologisch
    (nieuwe mogelijkheden)
  • Ecologisch (het milieu)
  • Politiek-juridisch (overheidsbeleid)
Directe omgevingsfactoren

  • Klantenanalyse
  • Concurrentieanalyse
  • Leveranciersanalyse
  • Prijsanalyse

Slide 24 - Tekstslide

Aan de slag
Je gaat nu kennisvragen deel 1 maken, daarna zullen we deze samen nakijken.

Slide 25 - Tekstslide

2. Strategisch marketingplan
Klaar met de externe en interne analyse?
Dan ga je verder met het strategisch marketingplan.
Zet de informatie tegenover elkaar in een confrontatiematrix.

Je gaat je beleid bepalen en daarbij maak je onderscheid tussen strategisch en operationeel beleid.

Slide 26 - Tekstslide

Confrontatiematrix

Slide 27 - Tekstslide

Slide 28 - Tekstslide

2. Strategisch marketingplan
Doelstelling voor een langere periode (3 - 5 jaar)
  • Groeistrategie beschrijven
  • Marktbenaderingsstrategie kiezen

Slide 29 - Tekstslide

Groeistrategie beschrijven
Het ligt in de aard van ondernemers om groei na te streven!






Denk bij 'markten' aan 'klanten'. 
Verkoop je aan bestaande klanten of wil je nieuwe klanten werven?

Slide 30 - Tekstslide

Slide 31 - Tekstslide

Marktbenaderingsstrategie kiezen
Als je weet welke groeistrategie je wilt volgen, bepaal je vervolgens welke marktbenaderingsstrategie daarbij past.

Drie verschillende marktbenaderingsstrategieën:
  • Ongedifferentieerde marketingstrategie/marktaggregatie
  • Geconcentreerde marketingstrategie
  • Gedifferentieerde marketingstrategie

Slide 32 - Tekstslide

Ongedifferentieerde marketingstrategie/marktaggregatie
Eén bedrijfsformule op de totale markt in een bepaald marktgebied (Makro)

Geconcentreerde marketingstrategie
Met één bedrijfsformule richten op één of enkele delen van de totale markt.

Gedifferentieerde marketingstrategie
Met verschillende formules op verschillende marktsegmenten van de totale markt.

Slide 33 - Tekstslide

Ongedifferentieerde marktbenadering
Je bewerkt de gehele markt met één marketingmix.
Je houdt niet specifiek rekening met verschillende segmenten.

De te onderscheiden marktsegmenten zijn niet groot genoeg.
De kosten wegen niet op tegen de opbrengsten.

  • Welke webwinkel past bij de ongedifferentieerde marktbenadering?
  • Onder andere; Bol.com - Coolblue - Wehkamp

Slide 34 - Tekstslide

Geconcentreerde marktbenadering
Je richt je op een deel van de markt. Hier ontwikkel je een speciaal afgestemde marketingmix voor.

Je kunt optimaal inspelen op de wensen van de gekozen doelgroep
(zeker als het om een marktsegment gaat waar eigenlijk geen rekening wordt gehouden met de wensen en behoeften). 

Gevaar: omdat je je richt op een deel van de markt, ben je afhankelijk van de ontwikkelingen in dit ene segment.  www.winkelglutenvrij.nl 

Slide 35 - Tekstslide

Gedifferentieerde marktbenadering
Je richt je op verschillende delen van de markt met speciaal afgestemde marketingmixen.


  • Verschillende productversies.4
  • Per deelmarkt een totaal ander marketingbeleid voeren
    (detailhandelsconcern A.S. Watson Group: Kruidvat, ICI Paris XL, Trekpleister)
  • Erg kostbaar i.v.m. productiekosten en marketingkosten

Kannibalisme (ongunstig):
De verkoop van het ene product gaat ten koste van een ander product van dezelfde aanbieder.


Slide 36 - Tekstslide

3. Operationeel marketingplan

Een operationeel doel is een tussendoel om het lange termijn (strategische) doel te bereiken.


Je moet de doelen uitwerken.
Daarbij gebruik je de onderdelen van jouw bedrijfsformule:
- Doelgroepomschrijving
- Marktpositie
- Marketingmix

Slide 37 - Tekstslide

4.Implementatie
Uitvoering van de gestelde doelen. 

Slide 38 - Tekstslide

5. Evaluatie
Controleren in hoeverre je de gestelde doelen hebt bereikt.
Nagaan waardoor je het hebt bereikt of niet hebt bereikt. 

Vormt de basis voor de SWOT-analyse voor de volgende periode.

Slide 39 - Tekstslide

Aan de slag
Je gaat nu kennisvragen 
deel 2 maken, daarna zullen we deze samen nakijken.

Klaar?
Vragen hoofdstuk 1 maken. 

Slide 40 - Tekstslide

Slide 41 - Video