2.4 + 2.5 PV, WWG, OND & Zinsontleding: Splitsbaar werkwoord

Vak: Nederlands
Hoofdstuk: 2.4 + 2.5
1.
Lesopening
2.
Lesdoel & Leergebiedoverstijgende doelen
3.
Mini-check & arrangementen
4. 
Instructie
5.
Begeleid inoefenen
6. 
Zelfstandig werken
7.
Evaluatie
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo k, tLeerjaar 2

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Vak: Nederlands
Hoofdstuk: 2.4 + 2.5
1.
Lesopening
2.
Lesdoel & Leergebiedoverstijgende doelen
3.
Mini-check & arrangementen
4. 
Instructie
5.
Begeleid inoefenen
6. 
Zelfstandig werken
7.
Evaluatie

Slide 1 - Tekstslide

1. Lesopening 
Pak je boek en je schrift van Nederlands en open je boek op blz 73. 

huiswerk:
2.3 opdracht 7 en 8

Slide 2 - Tekstslide

2. Lesdoel & Leergebiedoverstijgende doelen
Aan het eind van deze les:
- kun je het bouwplan van een zin maken
- kun een gesplitst werkwoord in een zin herkennen

Leergebiedoverstijgende doelen
Denkvermogen
- Je bedenkt zelf een oplossing voor een probleem en vertelt deze verbaal. 
- Je vertelt wat er nodig is om tot een oplossing te komen. 
 

Slide 3 - Tekstslide

3. Mini-check & arrangementen
Verdiept arrangement (8 of hoger): Gwen
Je mag zelfstandig aan de slag met opdracht 1 t/m 4 op blz. 72 t/m 74.

De rest doet mee met de mini-check. 

Slide 4 - Tekstslide

Wat zijn splitsbare werkwoorden?
A
Werkwoorden die twee betekenissen hebben.
B
Werkwoorden die je in tweeën kunt delen
C
Woorden die twee keer opgeschreven worden.
D
Werkwoorden die niet goed opgeschreven zijn.

Slide 5 - Quizvraag

Welk woord is een splitsbaar werkwoord?
A
achtervolgen
B
samenvatten
C
mislukken
D
bedenken

Slide 6 - Quizvraag

Welk woord is een splitsbaar werkwoord?
A
herkennen
B
betalen
C
ontbijten
D
aanvragen

Slide 7 - Quizvraag

Wat is het splitsbare werkwoord?

De tafel is vies, ik maak hem even schoon.


Slide 8 - Open vraag

Wie maakt wat? 
Had je alle vragen goed? Dan ga je aan de slag met opdracht 1 t/m 4 op blz. 72 t/m 74.

De rest doet mee met de instructie.

Slide 9 - Tekstslide

Splitsbare werkwoorden.
Sommige werkwoorden moet je splitsen als je ze gebruikt in een zin. Bijvoorbeeld 'inschenken'. 

Piet /schenkt /de cola/ in

Splitsbare werkwoorden horen tot het wwg.

Slide 10 - Tekstslide

Hoe noteer ik dat?
Wanneer je in je schrift of in je toets de splitsbare werkwoorden moet benoemen, doe je dat zo: 

       Ond        /       wwg                     /  lv                      / wwg
Piet          /     schenkt         /    de   cola       / in

Slide 11 - Tekstslide

VOORBEELDEN VAN SPLITSBARE WERKWOORDEN

Slide 12 - Tekstslide

5. Begeleid inoefenen
Had je alle vragen van de mini-check fout of vind je het nog lastig? Dan maken we samen opdracht 1. 

De rest gaat zelfstandig aan de slag. 

Slide 13 - Tekstslide

6. Zelfstandig werken 
Je maakt zelfstandig opdracht 1 t/m 4 op blz. 72 t/m 74.



Ben je klaar?
Dan kijk je de opdrachten na.
Daarna pak je een boek en ga je in stilte lezen. 
timer
1:00

Slide 14 - Tekstslide

Evaluatie 
Hoe ging de les? 
Heb je nog ergens vragen over?

Evaluatie lesdoelen: 
- kun je het bouwplan van een zin maken?
- kun een gesplitst werkwoord in een zin herkennen?

                                            

Slide 15 - Tekstslide

huiswerk
vrijdag 11 november 
2.4 & 2.5 opdracht 1 t/m 4 

toetsen

Slide 16 - Tekstslide