Schrijven - zakelijke brief
Controleren:
1. Naam en adres afzender.
2. Plaats en datum (plaats + komma + datum (uitgeschreven).
3. Naam en adres geadresseerde.
4. Onderwerp. (Onderwerp/betreft + : + omschrijving).
5. Aanhef (Geachte + heer/mevrouw + achternaam).
6. Verdeling in meerdere alinea's met logica.
7. De afsluiting/slotzin.
8. De groet.
9. De afzender.