Voorbereiding proefwerk Lezen 4

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo b
• Leerjaar 2

Lezen 4

Herhaling vorige les:
welk leestype ben jij?

1. Olifant
2. Mier
3. Cheeta
4. Havik

Wat weet je nog over de leesmotor?

Tekstgeraamte

De buitenkant van een tekst noemen we het tekstgeraamte. Het tekstgeraamte kan bestaan uit:

• titel
  
• illustraties (afbeeldingen, foto's, tekeningen)
  
• inleiding
  
• bron (waar komt de tekst vandaan)
  
• tussenkopjes
  
• tabel
  
• begin van de alinea
  
• eind van de alinea

Tekstdoelen en tekstsoorten

De schrijver van een tekst heeft altijd een doel. Hij wil iets bereiken met de tekst.

Er zijn vijf tekstdoelen. Bij elk tekstdoel hoort een tekstsoort.

• Informeren: de schrijver geeft informatie in een informatieve tekst.
  
• Instructies geven: de schrijver legt stap voor stap hoe je iets doet in een instructie.
  
• Overtuigen: de schrijver wil de lezer overtuigen van zijn mening in een overtuigende tekst.
  
• Activeren: de schrijver wil dat de lezer iets doet of juist niet doet in een activerende tekst.
  
• Amuseren of ontroeren: de schrijver wil bij de lezer emoties oproepen in een amuserende of emotieve tekst. 

Wat voor soort tekst is een hoofdstuk uit een schoolboek?

1. informatief
2. instruerend
3. overtuigend
4. activerend

Wat voor soort tekst is een recept in een kookboek?

1. informerend
2. overtuigend
3. instruerend
4. amuserend

wat voor soort tekst is een advertentie voor de nieuwste Iphone?

1. informatief
2. instruerend
3. overtuigend
4. overhalend

Wat voor soort tekst is een recept in een kookboek?

1. informerend
2. overtuigend
3. instruerend
4. amuserend

Sleep de tekstdoelen naar het juiste plaatje

Informeren

Activeren

Overtuigen

Amuseren

Er zijn vijf verschillende soorten vragen. Hoeveel ken je er al?

1. 0
2. 1 of 2
3. 3 of 4
4. Ik ken ze allemaal!

5 soorten vragen

https:

Weet je het verschil tussen een hoofdgedachte en het onderwerp van een tekst?

1. Ja
2. Nee

Een onderwerp omschrijf je altijd zo kort mogelijk.

1. Ja
2. Nee

Hoe omschrijf je de hoofdgedachte van een tekst?

1. Zo kort mogelijk
2. Je omschrijft de hoofdgedachte in één zin.

Feit

Mening

Ik vind jouw trui mooi

Hij draagt elke dag een groen t-shirt.

Mijn kat heeft Neliz.

Mijn paard kan goed draven.

Deze klas is de leukste klas ooit!

Het proefwerk gaat over lezen 4.

Wat is objectief?

Objectief

Subjectief

Een mening

Een feit

Een mooi huis.

Een lief zusje.

De vriendelijke reus.

Nederlands is saai.

Sneeuw is wit.

Nederland heeft een koning.

Uit welke drie onderdelen is een tekst opgebouwd?

Een inleiding staat altijd aan het begin van een tekst.

1. Ja
2. Nee

Een tekst kan uit meerdere kernalinea's bestaan.

1. Ja
2. Nee

Het slot staat altijd onderaan een tekst.

1. Ja
2. Nee

Een deelonderwerp hoort bij de kern van een tekst.

1. Ja
2. Nee

Noem de twee deelonderwerpen.

Kritische 

vraag

Inhoudelijke

vraag

Wat is de bron van de tekst?

Komt de bron van een betrouwbare website?

Wat is het tekstdoel van deze tekst?

Wat kun je zeggen van het taalgebruik van deze tekst?

Vind je dit een betrouwbare tekst?

Delen van een tekst hebben iets met elkaar te maken. Dit noem je:

1. signalen
2. verbanden
3. groepen

Hoe herken je een verband in de tekst?

1. een pleister
2. een voegwoord
3. een signaalwoord
4. een lidwoord

Herhaling verbanden

Opsomming

Tegenstelling

Oorzaak-gevolg

Tijdsvolgorde

Voorbeeld

 Op welk tekstverband wijzen de   

 signaalwoorden want en omdat?

1. opsomming
2. conclusie
3. tegenstelling
4. reden

 Op welk tekstverband wijzen de  

 signaalwoorden daardoor en zodat?

1. oorzaak-gevolg
2. opsomming
3. conclusie
4. tegenstelling

 Om welk tekstverband gaat het hier?

 Ik kreeg een hapje en een drankje. 

1. reden
2. opsomming
3. oorzaak-gevolg
4. tegenstelling

Hoofd- en bijzaken

Als je een tekst gaat samenvatten, is het belangrijk om onderscheid te maken tussen hoofd- en bijzaken. De hoofdzaken zijn de belangrijkste zaken uit een tekst, de bijzaken zijn zaken die je kunt weglaten.

Hoe vind je een hoofdzaak in een tekst?

1. Door voorbeelden op te schrijven.
2. Door de uitleg op te schrijven.
3. Door de grappige weetjes op te schrijven.
4. Door de titel, inleiding en deelonderwerpen te lezen.

Hoofdzaak

Bijzaak

Voorbeeld

Extra uitleg

Details

Kernzin

Deelonderwerpen

Inleiding

Grappige weetjes

Tekstdoel

Wat ga je nog
(extra) leren/oefenen?

Succes tijdens de PWW!

woensdag >> zomervakantiequiz!