09 02 24 Havo H2 Onbepaald voornaamwoord

1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quiz, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Wat is de planning
10 minuten voorbereiden op de nieuwsquiz
Nieuwsquiz
Korte terugblik vorige les
Uitleg onbepaald voornaamwoord
Werken aan opdrachten (= huiswerk)

Slide 2 - Tekstslide

timer
10:00

Slide 3 - Tekstslide

Geef een voorbeeld van een voorwaartse of achterwaartse samentrekking

Slide 4 - Woordweb

Onbepaald voornaamwoord
Hoofdstuk 2, grammatica woordsoorten, blz. 64

Slide 5 - Tekstslide

Het onbepaald voornaamwoord
Een onbepaald voornaamwoord (onbep.vnw) duidt een persoon of een zaak aan, maar zegt niet precies wie of wat bedoeld wordt.

Gisteren vertelde iemand mij iets, wat niemand mag weten.

Slide 6 - Tekstslide

Het onbepaald voornaamwoord
De volgende woorden komen voor als onbepaald voornaamwoord: 

iemand, niemand, iedereen, men, je, menigeen, het, iets, zoiets, niets, alles, elk(e), ieder(e), menig(e), wat, ene, (een) zekere, een of ander(e).

Slide 7 - Tekstslide

Uitzonderingen!
Het woord je is onbepaald voornaamwoord als het men betekent:
– Moeilijkheden kun je maar beter vermijden.

Het woordje wat is onbepaald voornaamwoord als het iets betekent:
– Neem jij ook wat mee naar het feest?

Het woordje het is een onbepaald voornaamwoord als het tijd, weersomstandigheden of sfeer aangeeft:
Het is al laat, maar het is nog steeds gezellig.


Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Video

Maken
Blz. 64 en blz. 65 Opdracht 1 t/m 3




Slide 10 - Tekstslide

Wie
vragend voornaamwoord (vr.vnw), 
wie is dat?

betrekkelijk voornaamwoord (betr.vnw)
de vriendin van wie

betrekkelijk voornaamwoord met ingesloten antecedent (betr.vnw m.i.a.);
Wie dat doet, is niet goed bij zijn hoofd

Slide 11 - Tekstslide

Die
Aanwijzend voornaamwoord
Die kast

Betrekkelijk voornaamwoord
De kast die daar staat


Slide 12 - Tekstslide

Dat
Aanwijzend voornaamwoord
Dat huisje aan de overkant van de weg is mooi

Betrekkelijk voornaamwoord
Het huisje dat daar staat

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Link

NU
Havo grammatica woordsoorten: startopdracht + 1 t/m 4 + 10

vwo grammatica woordsoorten: startopdracht + 1 t/m 4 + 7

Slide 15 - Tekstslide