Vrijdag 8 januari 2021

• Engels
• Middelbare school
• vmbo b
• Leerjaar 3

Z3a - Engels

Vrijdag 8 januari 2021

Planning

Uitleg grammaticablok 2

Opdrachten maken via LessonUp

Both, each, all, every, none

Both = beiden of allebei zelfstandig naamwoord in meervoud

Each = elke zelfstandig naamwoord in enkelvoud

All = alle/allemaal zelfstandig naamwoord in enkelvoud

Every = iedere zelfstandig naamwoord in enkelvoud

None = geen/niet één zelfstandig naamwoord in enkelvoud

Verschil each/every:

Each gebruik je als je nadruk wilt leggen op individuele dingen, every om nadruk te leggen op het geheel.

Toelichting

Zorg ervoor dat je de vertaling van deze woorden (en het verschil tussen each en every) uit je hoofd weet. Je moet het kunnen invullen door het Nederlandse woord te vertalen

Vul in: The microphone wasn't on, so ...... of the people could hear the singer.

1. all
2. every
3. none

Vul in: Julia wore bracelets on .... arm.

1. all
2. both
3. each

Vul in: I visited my grandma .... Wednesday.

1. all
2. every
3. both

Vul in: ..... countries of the world have a flag.

1. all
2. both
3. every

Vul in: I play football ..... Saturday.

1. every
2. both
3. none

Vul in: My sister and I ...... like chocolate.

1. every
2. both
3. none

Vul in: It rained .... day of our holiday.

1. all
2. every
3. none

Vul in: She had a different shoe on ...... foot.

1. both
2. each
3. none

Vertaal: I was looking at other pupils that were on ..... (beide) sides of the hall.

Vertaal: The kids were ..... (allemaal) talking to each other.

Vertaal: I fell flat on my face. ..... (elke) pupil in the hall was looking at me.

Vertaal: For a moment, ..... (niemand) of them laughed, not even Mrs Norris.

Vertaal: When I slipped again, they ..... (allemaal) started laughing.

Vertaal: Luckily, my friends Tara and Sue were there and they ..... (beide) helped me get up

Vertaal: Then ..... (allemaal) of the other students asked if I was okay.

Vertaal: I felt fine, so I went to the canteen with .... (allemaal) of my friends.