2.4 De Celkern MH

Wat is een cel?
1 / 19
volgende
Slide 1: Open vraag
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Wat is een cel?

Slide 1 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Noem zoveel mogelijk onderdelen van een cel (plant of dier)

Slide 2 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Vandaag
Nakijken 2.3 Cellen blz 110 
Uitleg over 2.4 De Celkern blz 115
Noteren en maken opdrachten 2.4
Vragen via LessonUp


Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vandaag
Nakijken 2.3 Cellen blz 110 
Uitleg over 2.4 De Celkern blz 115
Noteren opdrachten 2.5
Vragen via LessonUp


Uitwerkingen 2.3 MH
timer
9:00

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lesdoel
Antwoorden vinden op de vragen:
  • Wat is de celkern?
  • Wat zijn de kenmerken van chromosomen?
  • Wat is de functie van DNA en hoe is het opgebouwd?

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Van groot naar klein
Celkern (vorige paragraaf)
Apart kernmembraam en kernplasma.
Wat zit er verder in?

De celkern
 
Een cel wordt aangestuurd door een regelcentrum: de celkern

De celkern bevat alle informatie die daarvoor nodig is. Die informatie erf je van je ouders. 

Slide 6 - Tekstslide

Een cel wordt aangestuurd door een regelcentrum: de celkern. De celkern bevat alle informatie die daarvoor nodig is. Die informatie erf je van je ouders. 
Jouw DNA bevat een unieke code, dat vertelt welke eigenschappen je hebt.

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Jouw DNA bevat een unieke code, dat vertelt welke eigenschappen je hebt.

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

DNA
DNA Base
Basepaar
Celkern
Chromosoom
Cel

Slide 9 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Chromosomen
Chromosomen

Mensen hebben allerlei lichaamscellen: huidcellen, levercellen, spiercellen enz.

In de celkernen van menselijke lichaamscellen liggen 46 chromosomen.

Chromosomen zijn lange dunne draden die DNA bevatten.

Slide 10 - Tekstslide

Chromosomen

In elke celkern in je lichaam liggen lange, dunne draden: de chromosomen. Liggen wirwar door elkaar en regelen wat er in de cel gebeurt. 

Mensen hebben allerlei lichaamscellen: huidcellen, levercellen, spiercellen, noem maar op. Vrijwel al die lichaamscellen hebben celkernen en daarin liggen 46 chromosomen. 
Van groot naar klein
De bouw van DNA

Chromosomen bestaan voor een groot deel uit de stof DNA

DNA bestaat weer uit basen (als de treden van een trap).

Vier verschillende basen: A, T, C en G.
Basenparen 
A en T; 
C en G 

Slide 11 - Tekstslide

De bouw van DNA

Chromosomen bestaan voor een groot deel uit de stof DNA. DNA kun je je voostellen als een wenteltrap met meer dan een miljoen treden, waarbij elke trede bestaat uit twee stukken die precies in elkaar passen: de basen. 
Er zijn vier verschillende basen die worden weergegeven met de letters A, T, C en G. De basen kunnen de paren vormen A en T en C en G, dan noemen we dat basenparen.  
Van groot naar klein
De functie van DNA

In een DNA-keten is enorm veel informatie over jouw eigenschappen opgeslagen: bijv. je oogkleur.
Door de volgorde van de basenparen krijgt ieder persoon een unieke code. De informatie erf je van je ouders.  

Slide 12 - Tekstslide

De functie van DNA
In een DNA-keten is enorm veel informatie over jouw eigenschappen opgeslagen: bijvoorbeeld je oogkleur.
Door de volgorde van de basenparen krijgt ieder persoon een unieke code. De informatie erf je van je ouders.  
Een mens heeft .. chromosomen
A
44
B
46
C
48
D
50

Slide 13 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies


Een chromosoom bestaat uit:
A
cellen
B
eigenschappen
C
DNA
D
kernplasma

Slide 14 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Plenda: Bio 2.4 lzn+m (ex sv)
Huiswerk voor volgende les: Opdrachten paragraaf 2.4, exclusief samenvatting

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is het grootste onderdeel?
A
DNA
B
Basenparen
C
Celkern
D
Chromsomen

Slide 16 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is het kleinste onderdeel?
A
DNA
B
Basenparen
C
Celkern
D
Chromsomen

Slide 17 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Je hebt 3 bloedgroepen A, B en AB. Een bloedgroep ontstaat omdat een chromosoom van elk ouder bij elkaar komt waar A of B op staat. Wat staat er op de chromosomen van de geslachtscellen van de moeder en vader als het kind bloedgroep AB heeft?

Slide 18 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat zijn de basen die aan de andere kant van deze letters gekoppeld moeten zijn?
CCTAGCAT

Slide 19 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies