Fictie blok 6

Welkom bij Nederlands
1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 2

In deze les zitten 13 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Welkom bij Nederlands

Slide 1 - Tekstslide

Spanning
Als je een verhaal leest, wil je graag dat het spannend is. 
Niet alleen door dingen die eng of griezelig zijn. 

Alles wat je benieuwd maakt naar de afloop, zodat je verder wilt lezen, is spanning

Slide 2 - Tekstslide

Verschillende technieken om het verhaal spannender te maken.
  • Hoofdpersoon in een gevaarlijke situatie of omgeving. 
  • Er zitten open plekken in het verhaal. 
  • Onverwachte wending
  • Door aanwijzingen in het verhaal een vermoeden over hoe het afloopt.
  • Bijna de ontknoping, maar eerst is er nog uitstel.  
  • Cliffhanger

Slide 3 - Tekstslide

  • Stad of dorp, 
  • Bestaand of niet bestaand 
  •  Een kamer , een huis, een gebouw, een straat, een wijk, een land of zelfs een planeet.  
  • Binnen of buiten.  
  • Het weer, geluiden en geuren 

Slide 4 - Tekstslide

Een verhaal kan op twee manieren beginnen. 
Een verhaal kan beginnen bij het begin. De schrijver geeft eerst een inleiding op de gebeurtenissen en de personen. 
Een schrijver begint meestal te vertellen als er al het een en ander is voorgevallen. Het verhaal begint dan midden in de gebeurtenissen. Zulke verhalen zijn meestal spannend, omdat je direct in het verhaal zit. Vaak kom je er door terugblikken achter wat er eerder gebeurd is.

Slide 5 - Tekstslide

Een schrijver begint meestal te vertellen als er al het een en ander is voorgevallen. Het verhaal begint dan midden in de gebeurtenissen. Zulke verhalen zijn meestal spannend, omdat je direct in het verhaal zit. Vaak kom je er door terugblikken achter wat er eerder gebeurd is.

Slide 6 - Tekstslide

Maak een foto van de eerste alinea van jouw boek.

Slide 7 - Open vraag

Begint jouw boek met een inleiding of midden in het verhaal.

Slide 8 - Open vraag

Open einde
Je vertelt aan het einde niet hoe het verder gaat. Dat laat je dus open.     

Slide 9 - Tekstslide

Gesloten einde
Je vertelt precies hoe het met de hoofdpersoon afloopt. Denk bijvoorbeeld aan; en ze leefden nog lang en gelukkig.     

Slide 10 - Tekstslide

Maak een foto van de laatste alinea van jouw boek.

Slide 11 - Open vraag

Heeft jouw boek een open of een gesloten einde.

Slide 12 - Open vraag

Maak Blok 6 Opdracht 3, 4 en 5
Maak blok 5 
Maak je motivatie teksten. 

Slide 13 - Tekstslide