H5 WA Hfst 13 paragraaf 4 (Sebas)

1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
WiskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Planning van de les
  • Terugblik naar de leerdoelen van de vorige les
  • Uitleg leerdoelen deze les
  • Werken aan je huiswerk en eventuele vragen stellen

Slide 2 - Tekstslide

Leerdoelen van de vorige les
  • Ik kan twee groepen met elkaar vergelijken met behulp van boxplots.
  • Ik kan twee groepen met elkaar vergelijken met behulp van max VCP.

Slide 3 - Tekstslide

Het verschil tussen het netto maandsalaris van mannen en vrouwen is:
A
Gering
B
Middelmatig
C
Groot

Slide 4 - Quizvraag

Het verschil in beoordeling tussen de 3e en 4e klas is:
A
Gering
B
Middelmatig
C
Groot

Slide 5 - Quizvraag

Het verschil in beoordeling tussen de 1e en 2e klas is:
A
Gering
B
Middelmatig
C
Groot

Slide 6 - Quizvraag

Leerdoelen van deze les
  • Ik kan twee groepen met elkaar vergelijken met behulp van de effectgrootte.
  • Ik kan twee groepen met elkaar vergelijken met behulp van de waarde van phi.



Slide 7 - Tekstslide

Op school A en B zijn de leerlingen in twee even grote groepen verdeeld. Groep 1 had les met de nieuwe methode bij het vak Frans en groep 2 met de oude lesmethode. De leerlingen hebben dezelfde toets gemaakt. In de tabellen zie je de gemiddeldes en de standaardafwijkingen van de cijfers.

Op welke school heeft de nieuwe methode het meeste effect gehad op de cijfers?
A
School A
B
School B

Slide 8 - Quizvraag


Slide 9 - Open vraag

Slide 10 - Tekstslide

Geef aan of je bij de volgende soorten statistische variabelen groepen kunt vergelijken met de effectgrootte.
Dat kan wel
Dat kan niet
Continu
Discreet
Ordinaal
Nominaal

Slide 11 - Sleepvraag

Twan vermoedt dat er op zijn school minder jongens dan meisjes linkshandig zijn. Hij neemt een steekproef van 200 jongens en 100 meisjes en vindt 20 linkshandige jongens.

Geef de waarden van a en b in de tabel.

Slide 12 - Open vraag

Twan vermoedt dat er op zijn school minder jongens dan meisjes linkshandig zijn. Hij neemt een steekproef van 200 jongens en 100 meisjes en vindt 20 linkshandige jongens.

Leg uit dat er geen verschil is op het gebied van linkshandig zijn als er 10 meisjes linkshandig zijn.

Slide 13 - Open vraag

Een maat voor het verschil tussen variabelen in een 2x2-kruistabel is phi (zie hiernaast).
Bereken de waarde van phi als er 10 meisjes linkshandig zijn.

Slide 14 - Open vraag

Bij 20 linkshandige meisjes is de waarde van phi=-0,14.
Wat is de waarde van phi als 70 meisjes linkshandig zijn?

Slide 15 - Open vraag

Bij 10 linkshandige meisjes is phi=0.
Bij 20 linkshandige meisjes is phi=-0,14.
Bij 70 linkshandige meisjes is phi=-0,62.
Wat valt je op aan de waarde van phi als er een groter verschil tussen jongens en meisjes is?

Slide 16 - Open vraag

Slide 17 - Tekstslide

Geef aan of je bij de volgende soorten statistische variabelen groepen kunt vergelijken met de waarde van phi.
Dat kan wel
Dat kan niet
Continu
Discreet
Ordinaal
Nominaal

Slide 18 - Sleepvraag

Slide 19 - Tekstslide

huiswerk voor de volgende les:
Zorg dat je de volgende leerdoelen beheerst:
  • Ik kan twee groepen met elkaar vergelijken met behulp van de effectgrootte.
  • Ik kan twee groepen met elkaar vergelijken met behulp van de waarde van phi.

Maak hiervoor minimaal de opgave 22, 24, 25 en 26 van paragraaf 13.4 (kijk je hw ook na!)

Slide 20 - Tekstslide