paragraaf 3 en 4 verhaallijnen en spanning

paragraaf 3 en 4 verhaallijnen en spanning
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

paragraaf 3 en 4 verhaallijnen en spanning

Slide 1 - Tekstslide

Verhaallijn

Een verhaallijn beschrijft wat een personage allemaal meemaakt. Veel boeken hebben één verhaallijn, maar er zijn ook boeken met meerdere verhaallijnen. Als er meerdere verhaallijnen zijn, weet je dus van meerdere personages wat ze meemaken.
Hierdoor weet je als lezer meer dan de personages afzonderlijk.

Slide 2 - Tekstslide

Zo herken je verschillende verhaallijnen in een verhaal:

    * Het verhaal heeft meerdere hoofdpersonen die elk 
       hun eigen perspectief hebben (dat kan een
       ik-perspectief zijn, maar ook een hij/zij-perspectief).
    * Het verhaal speelt zich (vaak) af in verschillende
       tijden.
   * Het verhaal speelt zich (vaak) af op verschillende
      plaatsen.

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Maar...
Als ik jou vraag 'wat is jouw perspectief op dit onderwerp'
Wat wil ik dan weten? 

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

De alwetende verteller.

De alwetende verteller weet alles van alle personages, kan vooruitkijken, commentaar geven en de lezer persoonlijk aanspreken. De alwetende verteller is GEEN personage in een verhaal. (Hangt als een helikopter boven het verhaal). Dit perspectief komt weinig voor.

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Dit is een tekst met een ……… verteller
A
personale
B
ik
C
alwetende

Slide 13 - Quizvraag

Slide 14 - Tekstslide

Dit is een tekst met een ……… verteller
A
personale
B
ik
C
alwetende

Slide 15 - Quizvraag

Slide 16 - Tekstslide

Dit is een tekst met een ……… verteller
A
personale
B
ik
C
alwetende

Slide 17 - Quizvraag