paragraaf 3 en 4 verhaallijnen en spanning

1 / 19

Slide 1: Tekstslide

NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Lesduur is: 38 min

Onderdelen in deze les

paragraaf 3 en 4 verhaallijnen en spanning

Slide 1 - Tekstslide

Wat is jouw favoriete boek?

Slide 2 - Open vraag

Verhaallijn

Een verhaallijn beschrijft wat een personage allemaal meemaakt. Veel boeken hebben één verhaallijn, maar er zijn ook boeken met meerdere verhaallijnen. Als er meerdere verhaallijnen zijn, weet je dus van meerdere personages wat ze meemaken.

Hierdoor weet je als lezer meer dan de personages afzonderlijk.

Slide 3 - Tekstslide

Zo herken je verschillende verhaallijnen in een verhaal:

    * Het verhaal heeft meerdere hoofdpersonen die elk
     hun eigen perspectief hebben (dat kan een
       ik-perspectief zijn, maar ook een hij/zij-perspectief).

    * Het verhaal speelt zich (vaak) af in verschillende
       tijden.
   * Het verhaal speelt zich (vaak) af op verschillende
      plaatsen.

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Maar...

Als ik jou vraag 'wat is jouw perspectief op dit onderwerp'

Wat wil ik dan weten?

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

De alwetende verteller.

De alwetende verteller weet alles van alle personages, kan vooruitkijken, commentaar geven en de lezer persoonlijk aanspreken. De alwetende verteller is GEEN personage in een verhaal. (Hangt als een helikopter boven het verhaal). Dit perspectief komt weinig voor.