Na deze les weet je hoe je verbanden tussen zinnen aangeeft door de juiste signaalwoordente gebruiken
Slide 2 - Tekstslide
De zinnen van een alinea (en een tekst) houden verband met elkaar.
Ook tussen delen van lange zinnen bestaat vaak een verband. Zulke tekstverbanden kun je aangeven met signaalwoorden als ook, maar en als. In het schema op bladzijde 232, vind je een aantal voorbeelden.
Zo leg je verbanden tussen (delen van) zinnen in een tekst
Slide 3 - Tekstslide
Slide 4 - Tekstslide
apps.noordhoff.nl
Slide 5 - Link
Even checken. Wie vertelt mij nog even wat we zojuist hebben gehoord?
Geen vingers, ik geef de beurt aan ..............................................
Slide 6 - Tekstslide
Aan de slag
Slide 7 - Tekstslide
Maken:
Cursus 6 Formuleren
§ 2 Verbanden tussen zinnen
Blz. 232 Opdr. 1 t/m 5
Staat er: markeer, omcirkel of onderstreep in de opdracht, dan mag je het MET POTLOOD in je werkboek maken.