In deze les zitten 28 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.
Lesduur is: 60 min
Onderdelen in deze les
Individuele training
op aanvraag
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Video
Maak nu Tekst 1 t/m 4
timer
35:00
Slide 3 - Tekstslide
1. Geef van elk van de onderstaande beweringen aan of deze wel of niet overeenkomt met de tekst. Citeer het gedeelte uit de tekst waar het antwoord staat!
Noteer als volgt: 1= niet "Menschen müssen draußen bleiben"
Slide 4 - Open vraag
Wat zou het woord "austoben" (zin 1) kunnen betekenen als je kijkt naar de context?
A
bederven
B
uitdossen
C
uitleven
Slide 5 - Quizvraag
Wat betekent het woord "bequem" ? (Onder het plaatje)
A
bijzonder
B
behaaglijk
C
warm
Slide 6 - Quizvraag
Tekst 2: Om welke reden vindt cabinepersoneel het onprettig om frisdrank te serveren? Beantwoord deze vraag in het NL.
Slide 7 - Open vraag
Citeer de zin waarin het antwoord staat (eerste 2 woorden en laatste 2 woorden van de zin)
Slide 8 - Open vraag
5 schwierige Wörter
Slide 9 - Woordweb
Tekst 3: Was ist der Kern des 1. Absatzes?
A
hat eine besonders gute körperliche Kondition
B
isst sowohl gesunde als auch ongesunde Snacks
C
ist perfekt geeignet für die verschiedensten Hoteljobs
D
kann sein fehlendes Sehvermögen kompensieren
Slide 10 - Quizvraag
Wat is het "onzin-antwoord" uit de vorige vraag? Noteer die letter en leg in het NL uit waarom je dat vindt.
Slide 11 - Open vraag
4. Geef van elk van de onderstaande beweringen aan of deze wel of niet overeenkomt met alinea 2. 1. Saliya's handicap is het gevolg van een onvoorzichtige actie tijdens een nachtje stappen als tiener 2. Saliya's gezichtsvermogen is plotseling sterk afgenomen
Slide 12 - Open vraag
5. Hat Saliya etwas gegen sein Handicap unternommen? (Absatz 2)
A
Das wird aus dem Text nicht deutlich
B
Ja, er hat sich mehrmals behandeln lassen
C
Nein, er nimmt das Leben, wie es ist
Slide 13 - Quizvraag
6. Welches Wort passt im Sinne des Textes in die Lücke im 3. Absatz?
A
akzeptieren
B
verschönern
C
verschweigen
Slide 14 - Quizvraag
7. Jeden Tag...die anderen (Absatz 4) Warum machte Saliya das?
A
Als Geschäftsführer trug er mehr Verantwortung als die anderen.
B
Er machte nebenbei noch einen Hotelkurs
C
Er musste mehr Vorbereitungen treffen als die anderen
D
Seine Arbeit war zugleich auch sein großes Hobby
Slide 15 - Quizvraag
8. "seine Stiftung" (Absatz 5) Was ist das Ziel der Stiftung?
A
Blinde und andere Augenerkrante zu unterstützen
B
Chefs zu lehren, wie sie mit blinden Mitarbeitern umgehen sollen
C
Geld für mehr Forschung gegen Blindheit einzusammeln
D
Saliya bei seiner Hotel-Karriere weiterzuhelfen
Slide 16 - Quizvraag
Leg uit waarom antwoordoptie B een "instinker" is
Slide 17 - Open vraag
Welke woorden worden in de tekst nog meer gebruikt om de persoon Saliya aan te duiden? Geef minimaal 2 woorbeelden
Slide 18 - Open vraag
Text 4 Fußbalnachrichten
Slide 19 - Tekstslide
a) Leihgeschäft
b) Nachfolger
c) Neue Spielregeln
d) Rekordzahl
e) Stadion bleibt
f) Krankenhausentlassung
g) Vertragsverlängerung
1
2
3
4
5
Slide 20 - Sleepvraag
Deze vraag verwijst naar vraag 9 uit je examen: Wat betekent "Leihgeschäft"
A
leenwinkel
B
bibliotheek
C
videotheek
Slide 21 - Quizvraag
Deze vraag verwijst ook naar vraag 9 in je examen. Vertaal: 1. Nachfolger 2. Neue Spielregeln 3. Krankenhausentlassung 4. Vertragsverlängerung
Slide 22 - Open vraag
Nu volgt er een aantal vragen die een beroep doen op jouw mening of jouw ervaringen
Slide 23 - Tekstslide
Welke tekst vond jij het meest lastig? Probeer uit te leggen waarom
Slide 24 - Open vraag
Welk soort vragen zijn voor jou moeilijk? Probeer uit te leggen waarom
Slide 25 - Open vraag
Ik vond deze training nuttig
😒🙁😐🙂😃
Slide 26 - Poll
Ik voel mij door mvr. Kaya voldoende voorbereid op het examen