2T Herhalen Formuleren + Schrijven H5 zakelijke e-mail

10 minuten lezen
Leerlingen thuis: maak Schrijven H5 opdracht 3

1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

10 minuten lezen
Leerlingen thuis: maak Schrijven H5 opdracht 3

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Opstarten

Slide 3 - Tekstslide

Wat staat er in het slot van een zakelijke e-mail?
A
Vriendelijke groeten,
B
Een wens of verwachting
C
Een samenvatting van je mail
D
Het doel van je mail

Slide 4 - Quizvraag

Programma
Herhalen onderdelen Formuleren (volgende week vrijdag SO)
Herhalen onderdelen zakelijke e-mail
Laatste quizvraag
Huiswerk controleren
Verder werken aan Schrijven H5
Opdracht bespreken

Slide 5 - Tekstslide

Herhalen onderdelen Formuleren
H1 Samengestelde zinnen blz. 30
H2 Samengestelde zinnen maken blz. 56
H3 Verwijswoorden (1) blz. 82
H4 Verwijswoorden (2) blz. 108
H5 Trappen van vergelijking blz. 134

Slide 6 - Tekstslide

Juist of onjuist?

Er bestaan zinnen met meerdere onderwerpen en persoonsvormen
A
juist
B
onjuist

Slide 7 - Quizvraag

Een samengestelde zin heeft altijd een voegwoord
A
juist
B
onjuist

Slide 8 - Quizvraag

Samengestelde zinnen
Samengestelde zinnen hebben vaak een voegwoord, maar niet altijd. 

Bij de zoektocht werden vijf mensen teruggevonden, drie zijn er nog vermist. 

Slide 9 - Tekstslide

Uit hoeveel zinnen bestaat deze zin?

Samantha zei dat ze vroeg was opgestaan en laat was gaan slapen.
A
1
B
2
C
3
D
4

Slide 10 - Quizvraag

welke woorden zijn geen verwijswoorden?
A
maar, omdat, en, of
B
hem, haar, zij ze
C
deze, die, dit, dat

Slide 11 - Quizvraag

Is deze zin goed of fout?

Jeroen belde Thomas, waarmee hij later ging hardlopen.
A
Goed
B
Fout

Slide 12 - Quizvraag

Is deze zin goed of fout?

Werken met een boek en een schrift, zonder scherm, is toch het meest praktisch.
A
goed
B
fout

Slide 13 - Quizvraag

Is deze zin goed of fout?

Een olifant is veel groter als een muis.
A
goed
B
fout

Slide 14 - Quizvraag

(laatste voor Formuleren)

Is deze zin goed of fout?

De strandtenteigenaren en ijsverkopers profiteerden in de lange nazomer.

A
goed
B
fout

Slide 15 - Quizvraag

Herhalen schrijven H5
Let op: stof proefwerkweek!


Slide 16 - Tekstslide

Een zakelijke e-mail schrijven
Een zakelijke e-mail stuur je naar bedrijven, organisaties of personen die je niet kent. Je kunt bijvoorbeeld een e-mail sturen naar FNV Jong als je op zoek bent naar een stageplek of als je informatie wilt vragen voor een werkstuk. In een zakelijke e-mail gebruik je formele taal.

Slide 17 - Tekstslide

Maak twee zinnen. Groet iemand zo formeel mogelijk en iemand zo informeel mogelijk.
timer
2:00

Slide 18 - Open vraag

Een zakelijke e-mail schrijven
Vorm:

– Vul altijd de onderwerpregel (‘Subject’) in. Daarin zet je kort en duidelijk waarover je e-mail gaat.
– Begin met een formele aanhef, bijvoorbeeld: ‘Geachte heer of mevrouw,’ of ‘Geachte mevrouw Meppelink,’.
– Spreek de ander aan met ‘u’ en gebruik beleefde taal.
– Gebruik witregels tussen alle onderdelen van de e-mail.
– Rond je e-mail af met een slotzin, bijvoorbeeld: ‘Alvast hartelijk bedankt voor de informatie’ of ‘Alvast hartelijk bedankt voor uw antwoord’.
– Sluit af met een formele groet, bijvoorbeeld: ‘Met vriendelijke groet,’ of ‘Hoogachtend,’.
– Vermeld onderaan je naam en eventueel je adres en telefoonnummer.

Slide 19 - Tekstslide

Een zakelijke e-mail schrijven
Inhoud:

– In de inleiding schrijf je wie je bent en waarom je de e-mail schrijft. Dat noem je de aanleiding voor het schrijven van de e-mail.
– In het middenstuk geef je aan welke informatie je wilt hebben of stel je je vragen.
– In het slot spreek je een wens of verwachting uit, bijvoorbeeld: ‘Ik hoop snel een antwoord van u te krijgen.’

Slide 20 - Tekstslide

Waar komt geen witregel?
A
Tussen het middenstuk en je verwachting
B
Tussen wie je bent en waarom je de mail schrijft
C
Tussen de aanleiding en de informatie die je wilt
D
Tussen je vragen en de wens die je uitspreekt

Slide 21 - Quizvraag

Laatste quizvraag

Slide 22 - Tekstslide

Welke is juist?
A
Geachte Meneer Van den Bos
B
geachte meneer Van den Bos
C
Geachte meneer Van den Bos
D
Geachte meneer van den Bos

Slide 23 - Quizvraag

HUISWERKCONTROLE!
Heb je het in je schrift gemaakt, pak dat er dan nu bij.


Slide 24 - Tekstslide

Verder werken aan Schrijven H5
Let op: Maak opdracht 1 en 2 als je dat nog niet had gedaan.

Thuis: Maak Schrijven H5 opdracht 3 en 4 via NN-online
Je mag uit Teams

Op school:
Pak een laptop en ga verder met Schrijven opdracht (1, 2) 3 en 4

Tijd: 20 minuten, daarna gaan we het bespreken.

Slide 25 - Tekstslide