Grammatica herhalen voor toets 2

• Duits
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 3

Herhalen grammatica 

Toets = 24 maart

Kapitel 3: verleden tijd van de werkwoorden können, müssen, dürfen, wollen en wissen (blz 150 / 151 boek B)

Kapitel 4: der-Gruppe / ein-Gruppe en de voorzetsels (blz 155)

toets = woorden / grammatica Kap 3 + 4 

Kapitel 3

vervoegen van de werkwoorden

können / müssen / dürfen

wollen / wissen

Betekenis

können = kunnen

müssen = moeten

dürfen = mogen / toestemming vragen

wollen = willen

wissen = weten

Vertaal:
hij kon

Vertaal:
ik moest

Vertaal:
wij mochten (van dürfen)

Vertaal:
zij wilden

Vertaal:
u wist

Vertaal:
jij kon

Vertaal:
jullie wisten

Der- Gruppe

Ein- Gruppe

Boek B: blz 155 / 156 

mijn

jouw

zijn

haar

ons onze

jullie

hun

uw

mein-

dein-

sein-

ihr-

unser-

euer- eur-

ihr-

Ihr-

Ein-gruppe extra!

1: Staan op de plek van het lidwoord

2: Hebben dezelfde uitgang

Vul juiste vorm in:
Janna fährt ohne (haar)......Eltern (mv)

Haben Sie (uw).....Tickets (mv) dabei?

Wir haben (de).......Wettkampf (m) gewonnen.

Macht ihr mit (jullie)..........Kinder... (mv) einen Ausflug in den Zoo?

Hast du noch Ideen für (ons)............. Wochenende (o)?

Wolltest du noch etwas mit (jouw).......Freund machen?