Verschil tussen SER - ESTAR - HAY

• Spaans
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 2

¡ Hola chicos !

Bienvenidos

Programa de hoy

SER - ESTAR - HAY

Na deze les

• Weet je wat SER - ESTAR - HAY betekenen

• Weet je wanneer je welk werkwoord gebruikt

• Kan je ze zelf toepassen in korte zinnetjes

• Kan je aan de slag met je filmpje! 

???????

Weten we nog wat SER en ESTAR betekenen? 

SER y ESTAR 

Betekenen allebei ZIJN

Maar ESTAR betekent ook 'zich bevinden', 'liggen' 

Je gebruikt estar dus bij plaatsbepalingen. 

Het vraagwoord waar (dónde) zie je vaak hierbij

Bijvoorbeeld:    

  ¿dónde está la iglesia?

(yo) soy

(tú) eres

(él, ella, usted) es

(nosotros/as) somos

(vosotros/as) sois

(ellos/as, ustedes) son

ik ben

jij bent

hij, zij is / u bent

wij zijn

jullie zijn 

zij zijn

Ser

Zijn

(yo) estoy

(tú) estás

(el, ella, usted) está

(nosotros/as) estamos

(vosotros/as) estáis

(ellos, ellas) están

ik ben, bevind mij

jij bent, bevindt je

hij, zij is / u bent , bevindt zich 

wij zijn, bevinden ons

jullie zijn, bevinden je

zij zijn, bevinden zich

Estar

Zijn

(zich bevinden, liggen)

Wanneer gebruik je SER?

SER gebruiken we voor eigenschappen die niet veranderen. 

1. Wie je bent of wie iemand is >> Soy María - Él es Juan
2. Vaste eigenschappen, karakter >> Ana es simpática
3. Fysieke eigenschappen >> Juan es alto
4. Nationaliteit >> Ana es francesa
5. Afkomstig zijn uit >> Soy de Hilversum

Wie? - ¿ Quién?

Él es Bob Esponja.

Él es un amigo. 

Él es muy simpático.

Wanneer gebruik je ESTAR?

Bij tijdelijke toestanden en plaatsbepalingen.

1. Tijdelijke emotionele of fysieke toestand >> Estoy triste 
2. Bij plaatsbepalingen om aan te geven waar iets ligt of zich bevindt  >> La escuela está en Hilversum
3. Na het vraagwoord Dónde  >> ¿Donde estás? 

Maar let op: ik ben in Amsterdam >>> Estoy EN Ámsterdam

maar ik kom uit Amsterdam >>> Soy DE Ámsterdam

Estoy en la escuela. 

Estoy en la casa de mis amigos.

Estoy en el centro de Hilversum. 

Wanneer gebruik je HAY (er is/er zijn)?

Hay wordt gebruikt als het onderwerp nog onbepaald is of als er een getal achter komt:

HAY + ONBEPAALD LIDWOORD:         Hay una escuela en el pueblo

HAY + GETALLEN:                                      Hay 20 chicas en la clase.

HAY + ONBEPAALDE HOEVEELHEDEN:   

Hay muchas tiendas de ropa en el centro de Hilversum.

Het rijtje van HAY:

Hay is onveranderlijk (geen enkel-of meervoud) en betekent 

ER IS, ER ZIJN 

Je hoeft dus geen rijtje te leren!!!

Ser

Estar

... met mijn 

hond in de tuin

... op het strand

... rood en zwart

... op de tafel

... tevreden

... erg oud

... docent

... in bad

... Frans

Waar ... ?

... knap

... blij

... lief

... groot

Vul de juiste vorm van SER in: Mis amigos ... holandeses.
A: es
B: eres
C: soy
D: son

1. es
2. eres
3. soy
4. son

Yo... deportista (sportief).
A: eres
B: soy
C: somos
D: sois

1. eres
2. soy
3. somos
4. sois

Vul de juiste vorm van ESTAR in: Yo... enamorado (verliefd).
A: estoy
B: estás
C: está
D: estamos

1. estoy
2. estás
3. está
4. estamos

Hola chicos ¿dónde ...?
A: estáis
B: estamos
C: está
D: estáis

1. estáis
2. estamos
3. está
4. estás

Vul de juiste vorm van SER, ESTAR of HAY in: Yo... triste
A: estoy
B: soy
C: hay
D: estáis

1. estoy
2. soy
3. hay
4. estáis

Hola chicos ¿cómo...?
A: sois
B: estáis
C: hay
D: estamos

1. sois
2. estáis
3. hay
4. estamos

¿Cuántos museos ... en Amsterdam?
A: sois
B: estamos
C: hay
D: eres

1. sois
2. estamos
3. hay
4. eres

Mis amigos ... en el cine.
A: son
B: eres
C: hay
D: están

1. son
2. eres
3. hay
4. están

AFSLUITING

WAT HEBBEN WE VANDAAG GELEERD?

WAAR HEBBEN WE NOG MOEITE MEE ?

VRAGEN?

Practicamos

https://www.bookwidgets.com/play/C4TF0Xgk-iQAE1ziQQgAAA/ADE5PAS/extra-ser-esta?teacher_id=5762646504636416