6 Hij was erin geïnteresseerd en wilde het (dus) wel hebben.
7 Er is sprake van menselijke wil: omdat de hertog van Brabant niet wilde dat die grond in Hollandse handen kwam, besloot hij een akkoord te sluiten met Godfried van Sloten.
Er is dus geen noodzakelijk gevolg: de hertog van Brabant had ook kunnen besluiten geen akkoord aan te gaan met Godfried van Sloten.
8 toelichtend verband – In de zinnen 3, 4 en 5 van de alinea staan voorbeelden van ‘wonderlijke situaties’