Lezen H1 les 2

Welkom 
Nederlands
Lezen H1 + H2


Vaste tekststructuren


1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolmavo, havo, vwoLeerjaar 1-3

In deze les zitten 16 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Welkom 
Nederlands
Lezen H1 + H2


Vaste tekststructuren


Slide 1 - Tekstslide

Lesprogramma
  1. Terugblik theorie
  2. Huiswerk nakijken
  3. Nieuwe oefening

Slide 2 - Tekstslide

Leerdoelen
Aan het eind van deze les zijn de volgende doelen behaald:

  • Je kent drie vaste tekststructuren

Slide 3 - Tekstslide

Werkwoordspelling inhalen
(herinnering)

Heb je nog een toetspoging over?
3H1:
- michelle
- Indy
- Armanis
3hvt:
-Daniëlla
-Robbyn
-Lisa




Heb je nog geen voldoende gehaald?
Je ontvangt nog een berichtje van mij (of hoort in de les) over bijlessen en een herkansing. In samenwerking met andere docenten 3hv.

Slide 4 - Tekstslide

Terugblik Lezen H1
De meeste teksten hebben een vaste opbouw:
  • inleiding
  • middenstuk
  • slot

Vaak zijn ze opgebouwd volgens een vaste structuur. 
(De invulling van inleiding, middenstuk en slot)
Welke drie tekststructuren hebben we geleerd?

Slide 5 - Tekstslide

Terugblik structuur 1
1. Probleem-oplossingsstructuur
Inleiding: het probleem (bijv. klimaatverandering)
Middenstuk: waarom het een probleem is/oorzaken/oplossingen
Slot: de beste oplossing

  • Voorbeeld:
    Een krantenbericht over het klimaat
    Doel: informeren

Slide 6 - Tekstslide

terugblik structuur 2
2. Verklaringsstructuur
Inleiding: een verschijnsel (bijv. neerslag in bergachtig gebied)
Middenstuk: voorbeelden/uitleg waarom dat zo is
Slot: samenvatting/conclusie

  • Voorbeeld:
    Een hoofdstuk uit een schoolboek aardrijkskunde
    Doel: informeren

Slide 7 - Tekstslide

Terugblik structuur 3
3. Verleden-heden(-toekomst)structuur
Inleiding: onderwerp introduceren (bijv. mode)
Middenstuk: het onderwerp vroeger; hoe het nu is
Slot: conclusie of vooruitblik naar later

  • Voorbeeld:
    Een artikel over mode, toen en nu
    Doel: informeren

Slide 8 - Tekstslide

Vaste structuren 
Drie tekststructuren
- verleden-heden(-toekomst) structuur
- verklaringsstructuur
- probleem-oplossingsstructuur

  • Deze vormen een frame waarin de tekst wordt opgebouwd.
  • Een probleem in de inleiding > de lezer verwacht oplossingen in middenstuk en slot.

Slide 9 - Tekstslide

Wat was ook alweer het verschil
Tekstverbanden
- redengevend
- oorzakelijk



Slide 10 - Tekstslide

Wat was ook alweer het verschil
Tekstverbanden
- redengevend > sprake van menselijke wil/invloed
- oorzakelijk > geen sprake van menselijke wil/invloed



Slide 11 - Tekstslide

Huiswerk nakijken
Pak je gemaakte huiswerk erbij
(havo boek opdr. 1 blz. 13
3hv: uitgedeelde tekst met vragen 'Over de grens')

Slide 12 - Tekstslide

Antwoorden
  1. De bijzondere grenzen van Baarle-Hertog en Baarle-Nassau
    / de enclaves Baarle-Hertog en Baarle-Nassau.
  2. Eigen antwoord (bijv. het drielandenpunt)
  3. Omdat het hier niet alleen om Nederland gaat, maar ook om België
  4. Verklaringsstructuur 
    In de eerste alinea wordt een bijzonder verschijnsel beschreven en daarvoor wordt in het middenstuk van de tekst een verklaring gegeven.

Slide 13 - Tekstslide

Antwoorden
  • 5. Met ‘een potje armpjedrukken’ wordt ‘een krachtmeting’ bedoeld; ze lieten zien wie de sterkste is.
  • 6. Het juiste antwoord bevat: Hij was erin geïnteresseerd en wilde het (dus) wel hebben.
  • 7. Er is sprake van menselijke wil: omdat de hertog van Brabant niet wilde dat die grond in Hollandse handen kwam, besloot hij een akkoord te sluiten met Godfried van Sloten. Er is dus geen noodzakelijk gevolg: de hertog van Brabant had ook kunnen besluiten geen akkoord aan te gaan met Godfried van Sloten.

Slide 14 - Tekstslide

Antwoorden
  • 8. Toelichtend (Zie De Brug achterin je boek voor alle verbanden.)
  • 9. Het spreekwoord is: Als twee honden vechten om een been, loopt de derde er mee heen.
    Het betekent: een derde profiteert van de ruzie van twee anderen.
  • 10. De auteur bedoelt dat de heer van Breda profiteerde van de ruzie tussen de graaf van Holland en de hertog van Brabant. Het spreekwoord gaat niet helemaal op, omdat de hertog van Brabant zelf ook nog (de beste) stukken grond in zijn bezit hield.


Slide 15 - Tekstslide

Verder oefenen (huiswerk voor donderdag)
3 havo: opdracht 2 (helemaal) en 4 (vraag 1, 3, 4, 9 en 11)  blz. 14-17
(havisten in 3hvt krijgen dit op papier)

3 vwo: opdracht 1 (helemaal) en 3 (vraag 1 t/m 4 en 13) blz. 47-51



Slide 16 - Tekstslide