3THo - les 3

Welkom 3THo
Nederlands

Inloggen bij LessonUp is niet nodig vandaag.
1 / 12
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 12 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Welkom 3THo
Nederlands

Inloggen bij LessonUp is niet nodig vandaag.

Slide 1 - Tekstslide

Vandaag
  • Lezen (10 minuten)
  • Bespreken huiswerk
  • Verder met H1

Slide 2 - Tekstslide

Lezen
Pak je leesboek en ga 10 minuten in stilte lezen. Geen boek mee? Pak pen en papier en schrijf een verhaal over je eerste schoolweek. 
timer
10:00

Slide 3 - Tekstslide

Tekststructuren
De meeste teksten hebben een inleiding, kern en slot. Ze zijn vaak opgebouwd volgens een vaste structuur. 

Slide 4 - Tekstslide

Probleem-oplossingsstructuur
Inleiding
Probleem

Middenstuk
Gevolgen, oorzaken, oplossingen

Slot
De beste oplossing

Slide 5 - Tekstslide

Verklaringsstructuur
Inleiding
Verschijnsel

Middenstuk
Kenmerken, voorbeelden, verklaringen, oorzaken, redenen

Slot
Samenvatting of conclusie

Slide 6 - Tekstslide

Verleden-heden-structuur
Inleiding
introductie onderwerp

Middenstuk
Situatie vroeger
Situatie nu / ontwikkeling van vroeger naar nu 

Slot
Conclusie of voorspelling voor de toekomst

Slide 7 - Tekstslide

Bespreken huiswerk
Opdracht 1 van Lezen H1

Slide 8 - Tekstslide

Opdracht 1
1 de bijzondere grenzen van Baarle-Hertog en Baarle-Nassau / de enclaves Baarle-Hertog en Baarle-Nassau
3 Omdat het hier niet alleen om Nederland gaat, maar ook om België.
4 De tekst heeft een verklaringsstructuur: in de eerste alinea wordt een bijzonder verschijnsel beschreven en daarvoor wordt in het middenstuk van de tekst een verklaring gegeven.
5 Met ‘een potje armpjedrukken’ wordt ‘een krachtmeting’ bedoeld; ze lieten zien wie de sterkste is.

Slide 9 - Tekstslide

Opdracht 1
6 Hij was erin geïnteresseerd en wilde het (dus) wel hebben.
7 Er is sprake van menselijke wil: omdat de hertog van Brabant niet wilde dat die grond in Hollandse handen kwam, besloot hij een akkoord te sluiten met Godfried van Sloten.
Er is dus geen noodzakelijk gevolg: de hertog van Brabant had ook kunnen besluiten geen akkoord aan te gaan met Godfried van Sloten.
8 toelichtend verband – In de zinnen 3, 4 en 5 van de alinea staan voorbeelden van ‘wonderlijke situaties’

Slide 10 - Tekstslide

Opdracht 1
9 Het spreekwoord is: Als twee honden vechten om een been, loopt de derde er mee heen. Het betekent: een derde profiteert van de ruzie van twee anderen.
10 De auteur bedoelt dat de heer van Breda profiteerde van de ruzie tussen de graaf van Holland en de hertog van Brabant. Het spreekwoord gaat niet helemaal op, omdat de hertog van Brabant zelf ook nog (de beste) stukken grond in zijn bezit hield.

Slide 11 - Tekstslide

Aan de slag
Maak opdracht 2 en 4 van Lezen H1 (blz 14 en 15). 

Slide 12 - Tekstslide