2K Spelling verkleinwoorden

     Verklein                woorden
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

     Verklein                woorden

Slide 1 - Tekstslide

Terugblik: wat hebben we de vorige les gedaan?
Doel: ik oefen met de regels van de verkleinwoorden

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Video

Verkleinwoorden
Een zelfstandig naamwoord kun je verkleinen.
                         
                                                 Wat is een zelfstandig naamwoord?
- een mens
- een dier   
- een ding 

Slide 4 - Tekstslide

Wat is GEEN zelfstandig naamwoord?
A
chirurg
B
brief
C
verliezen
D
koerier

Slide 5 - Quizvraag

Wat is een zelfstandig naamwoord
A
Vertrekken
B
Koerier
C
Geweldig
D
Manager

Slide 6 - Quizvraag

Regels verkleinwoorden
Zelfstandig naamwoord    +
-je
-tje
-etje
Maaaaaaaaaaaaar... de klank moet hetzelfde blijven dus soms:
Agenda -  agendaatje (wordt de letter langer a -aa)
Pop - poppetje (herhaling van een letter p - pp)

Slide 7 - Tekstslide

Verklein het woord euro

Slide 8 - Open vraag

Verklein het woord: bal
A
baletje
B
baalletje
C
balletje
D
baaletje

Slide 9 - Quizvraag

Verkleinwoorden regels:
na de letter M -> pje
Boom - boompje
de letter NG -> NK
Beloning - beloninkje
de letter É -> eetje
Café - cafeetje
de letter Y -> 'tje
Baby - baby'tje

Slide 10 - Tekstslide

Tjaaaaaa, toch nog 1 regel ...
Na een afkorting -> je of tje
Dus...
sms - smsje
dvd - dvdtje

Slide 11 - Tekstslide

Verklein: vorm
A
vormtje
B
vormje
C
vormpje
D
vormmetje

Slide 12 - Quizvraag

Verklein: saté
A
satétje
B
sateetje
C
satéje
D
satje

Slide 13 - Quizvraag

Slide 14 - Tekstslide


LESBOEK
blz. 188-189
Opdracht 1 t/m 6






Klaar? 
Even iets voor jezelf doen.

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide