Standpunt uit een tekst (met een mening) kunnen halen.
De argumenten herkennen die voor het standpunt gebruikt worden.
Standpunt en argumenten in een schema zetten.
1 / 11
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3
In deze les zitten 11 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 45 min
Onderdelen in deze les
Argumentatie
Wat moet je kennen en kunnen?
Kennen
Alle dikgedrukte begrippen uit de theorie.
Kunnen
Standpunt uit een tekst (met een mening) kunnen halen.
De argumenten herkennen die voor het standpunt gebruikt worden.
Standpunt en argumenten in een schema zetten.
Slide 1 - Tekstslide
Type in Word de onderstaande woorden onder elkaar op. (Aantekening Lezen?)
Zet erachter wat je denkt dat de begrippen betekenen (ook als je geen idee hebt…)
Kopieer/Plak daarna in LessonUp
standpunt
argumentatie
onderbouwen
feitelijk
niet-feitelijk/waarderend
enkelvoudige argumentatie
nevenschikkende argumentatie
onderschikkende argumentatie
Slide 2 - Tekstslide
Kopieer/Plak de begrippen + omschrijvingen in LessonUp
Slide 3 - Open vraag
Vul je aantekening in Word aan.
standpunt: mening; inleiding of slot
argumentatie: onderbouwing; in elke alinea een argument (of een argument in meer alinea’s)
onderbouwen: ondersteunen, redenen, uitleg
feitelijk: te controleren op waarheid
waarderend: niet te controleren; je kunt van mening verschillen
Slide 4 - Tekstslide
feitelijk: te controleren op waarheid
waarderend: niet te controleren; je kunt van mening verschillen
enkelvoudige argumentatie: standpunt wordt onderbouwd met één argument
nevenschikkende argumentatie: standpunt wordt onderbouwd met meerdere argumenten
onderschikkende argumentatie: een argument wordt ondersteund met een ander argument
Slide 5 - Tekstslide
Nevenschikkend of onderschikkend?
Slide 6 - Tekstslide
Nevenschikkend of onderschikkend?
Slide 7 - Tekstslide
Ik vind dat we nog een extra week voorjaarsvakantie zouden moeten hebben… Type twee argumenten voor dit standpunt. Begin met 'want'. 1x feitelijk argument / 1x waarderend argument
Slide 8 - Open vraag
Maak van H.3, par. Lezen (online):
Startopdracht
Opdracht 1
Opdracht 2
Slide 9 - Tekstslide
Wat was nieuw voor je deze les? Wat heb je geleerd?