Een
standpunt onderbouw je met
argumenten.
Enkelvoudige argumentatie: 1 argument
Nevenschikkende argumentatie: meerdere argumenten
Onderschikkende argumentatie: argumenten om argumenten te onderbouwen.
Feitelijke argumentatie: kun je checken, hoeven niet onderbouwd te worden (objectief)
Waarderende argumentatie: kun je van mening over verschillen, dus is onderbouwing belangrijk (subjectief)
Voor onderbouwen van een standpunt kunnen feitelijke en waarderende argumenten worden gebruikt. Dan is er vaak sprake van onder- en nevenschikkende argumentatie.
Het standpunt en de argumenten kun je meestal herkennen aan signaalwoorden (zie boek Lezen H3).