D-toets 5v zuren en basen (evenwicht)

D-toets zuren en basen.

Log in (gebruik je voornaam)

Dit kan via app of via website.

Lessonup.com

Lesoonup app

1 / 19

Slide 1: Tekstslide

ScheikundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Lesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

D-toets zuren en basen.

Log in (gebruik je voornaam)

Dit kan via app of via website.

Lessonup.com

Lesoonup app

Slide 1 - Tekstslide

Geef de juiste deeltjes notatie:
Een oplossing van keukenzout.

let op, niet alles is in sub/super-script, kies de beste..

keukenzout (opl)

NaCl (aq)

2 N a (a q) + C l^{​ 2 ​ ​} (a q)

N a^{​ + ​ ​} (a q) + C l^{​ - ​ ​} (a q)

Slide 2 - Quizvraag

Wat is de definitie van een zuur:

Een deeltje dat een proton kan opnemen.

Een deeltje dat een H+ ion kan afstaan.

Een deeltje met een pH kleiner dan 7.

Een deeltje dat betrokken is in een zuur-base reactie.

Slide 3 - Quizvraag

Geef de juiste notatie van een oplossing van salpeterzuur

H N O^{​ 2 ​ ​} (a q)

H N O^{​ 3 ​ ​} (a q)

H^{​ 3 ​ ​} O^{​ + ​ ​} (a q) + N O^{​ 2 ​ - ​ ​} (a q)

H^{​ 3 ​ ​} O^{​ + ​ ​} (a q) + N O^{​ 3 ​ - ​ ​} (a q)

Slide 4 - Quizvraag

Geef de juiste notatie van een oplossing van azijnzuur.

C H^{​ 3 ​ ​} C O O H (a q)

C H O O H (a q)

C H^{​ 3 ​ ​} C O O^{​ - ​ ​} (a q) + H^{​ 3 ​ ​} O^{​ + ​ ​} (a q)

C H O O^{​ - ​ ​} (a q) + H^{​ 3 ​ ​} O^{​ + ​ ​} (a q)

Slide 5 - Quizvraag

Geef de juiste notatie van een oplossing van natriumsulfiet

N a S O^{​ 4 ​ ​} (a q)

N a^{​ 2 ​ ​} S O^{​ 3 ​ ​} (a q)

2 N a^{​ + ​ ​} (a q) + S o^{​ 3 ​ 2 ​ ​} .^{​ - ​ ​} (a q)

2 N a^{​ + ​ ​} (a q) + S O^{​ 3 ​ 2 ​ ​} .^{​ - ​ ​} (a q)

Slide 6 - Quizvraag

Geef de juiste deeltjesnotatie bij:
een oplossing van natriumoxide

N a^{​ + ​ ​} (a q) + O H^{​ - ​ ​} (a q)

N a^{​ 2 ​ ​} O (a q)

2 N a^{​ + ​ ​} (a q) + O^{​ 2 ​ ​} .^{​ - ​ ​} (a q)

N O^{​ 2 ​ ​} (a q)

Slide 7 - Quizvraag

Geef de juiste deeltjesnotatie van natronloog.

N a^{​ + ​ ​} (a q) + O H^{​ - ​ ​} (a q)

2 N a^{​ + ​ ​} (a q) + O^{​ 2 ​ ​} .^{​ - ​ ​} (a q)

N a^{​ + ​ ​} (a q) + C l O^{​ - ​ ​} (a q)

N a C l O (a q)

Slide 8 - Quizvraag

Het zout zilverchloride wordt toegevoegd aan water. Geef de juiste deeltjesinventarisatie:

A g^{​ + ​ ​} (a q), C l^{​ - ​ ​} (a q), H^{​ 2 ​ ​} O (l)

A g C l (s), H^{​ 2 ​ ​} O (l)

A g^{​ + ​ ​} (a q), H C l (a q), O H^{​ - ​ ​} (a q)

A g (s), C l^{​ 2 ​ ​} (g), H^{​ 2 ​ ​} O (l)

Slide 9 - Quizvraag

De gassen ammoniak en waterstofchloride zijn bij een temperatuur van 25 °C in evenwicht met ammoniumchloride NH3(g) + HCI(g) ⇆ NH4Cl(s).
Wat is hier de evenwichtsvoorwaarde K ?

K= 1 / [NH3] [HCl]

K= 1/[NH3] + [HCl]

K= [NH4Cl]/[NH3] [HCl]

K= [NH3] [HCl]

Slide 10 - Quizvraag

Wat is de juiste notatie voor de stof magnesiumsulfide

M g S O^{​ 4 ​ ​} (s)

M g^{​ + ​ ​} + S O^{​ 4 ​ - ​ ​}

M g S (s)

M g S O^{​ 3 ​ ​} (a q)

Slide 11 - Quizvraag

Er bestaan evenwichtsreacties en aflopende reacties.
Welke bewering over evenwichtsreacties en aflopende reacties is juist?

Bij evenwicht is de reactiesnelheid nul.

Bij evenwicht zijn de concentraties voor en na de pijl gelijk.

Aflopende reacties hebben altijd een katalysator nodig.

Een aflopende reactie gaat door totdat een van de beginstoffen op is.

Slide 12 - Quizvraag

Geef de juiste formule van zoutzuur.

HCl (aq)

HCl(g)

H^{​ 3 ​ ​} O^{​ + ​ ​} (a q) + C l^{​ - ​ ​} (a q)

H^{​ 3 ​ ​} O^{​ + ​ ​} (a q) + H^{​ 2 ​ ​} O (l)

Slide 13 - Quizvraag

Bereken de pH van:
0,034 M zoutzuur

1,47

0,45

1,46

-1,47

Slide 14 - Quizvraag

Bereken de pOH van een 0,0040 M natronloog: Na+ (aq) + OH-(aq)

11,60

0,99

3,12

2,40

Slide 15 - Quizvraag

Er wordt 1,0 gram natriumhydroxide opgelost in 250 mL water. Bereken de pH. (BiNaS)

1,0

0,1

13,0

12,0

Slide 16 - Quizvraag

een zure oplossing heeft een pH van 3,43 Bereken [H3O+]

2,69x10^3 M

3,72x10^-4 M

0,54 M

Slide 17 - Quizvraag

Een basische oplossing heeft een pH van 12,00.
Bereken [OH-]

0,01 M

1x10^-12 M

-1,00 M

2x10-2M

Slide 18 - Quizvraag

Einde

Wat ging goed? Wat ging nog niet goed ?

Waar moet je zelf de komende week aan werken ?

Slide 19 - Tekstslide