T2 bs1: Het zintuigstelsel

Thema 6 Waarneming en gedrag
6.1 Het zintuigstelsel
1 / 28
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

In deze les zitten 28 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Thema 6 Waarneming en gedrag
6.1 Het zintuigstelsel

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen
  • Je kunt de werking van zintuigen beschrijven en de relatie van het zintuigstelsel met het zenuwstelsel beschrijven.

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Prikkels
Zintuigen met receptoren die prikkels opvangen

  • Externe prikkels: extern milieu, zoals geluid en geur
  • Interne prikkels: intern milieu, zoals osmoreceptoren en pH-receptoren of proprioceptoren (spanning spier en stand lichaam)

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Soorten receptoren
Mechanische receptoren: 

  • Prikkel = mechanische energie
  • Celmembraan buigt of strekt 
  • Bijv: aanraking, druk, beweging, geluid

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 5 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Soorten receptoren
Gehoor/evenwichts receptoren: 

  • Prikkel = mechanische energie
  • Vloeistof laat haartjes bewegen

Binas tabel 87D

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

prikkel=>
 impuls

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Soorten receptoren
Chemische receptoren: 

  • Prikkel = moleculen
  • Bijv: smaak en reuk


Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Soorten receptoren
Lichtreceptoren (foto): 

  • Prikkel = zichtbaar licht
  • Bij mens in oog

Binas tabel 87C

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 10 - Video

Dus licht komt binnen. De staafjes en kegeltjes nemen dat waar en zetten het om in impulsen. Deze reizen vervolgens richting de hersenen.

Om beter te zien heeft ons oog een special gebied op het netvlies
Prikkel
Zintuigcel
Impuls via gevoelszenuwcel
Ruggenmerg (schakelcellen)
Hersenstam
Grote hersenen
Ruggenmerg (schakelcellen)
Impuls via bewegingszenuwcel
Spier of klier = reactie

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Soorten receptoren
in de huid
Tast/druk receptoren: 
  • Prikkel = mechanische energie
  • Tast: vlak onder opperhuid
  • Druk: dieper in de huid

Temperatuurreceptoren:
  • Prikkel = warmte en kou boven of onder vorige waarde

Pijnreceptoren:

  • Prikkel = extreme druk, extreme temperaturen of door stoffen die vrijkomen bij beschadiging of ontsteking weefsel
  • In het hele lichaam

Binas tabel 87A

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Prikkeldrempel

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Gewenning

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

vragen
VRAGEN? 

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bloedvat
Talgklier
Pijnreceptoren
Zweetklier
Drukreceptoren
Zenuw
Vet
Tastreceptoren

Slide 16 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Plaats de gebeurtenissen in de juiste volgorde
Pijnprikkel in je bovenarm
1
2
3
4
5
6
7
Neurotransmitters komen op spier terecht
impuls naar motorische zenuwcel
impuls naar eerste schakelcel
Ontstaan impuls in Sensorische zenuwcel
Armspier trekt samen
Impuls naar bewegingscentra
Impuls naar  gevoelscentra grote hersenen

Slide 17 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

wat is kippenvel
A
een samentrekking van glad spierweefsel bij haarspietjes bij kou
B
een samentrekking van gestreept spierweefsel bij haarspietjes bij kou
C
een ontspanning van glad spierweefsel bij haarspietjes bij kou
D
een ontspanning van gestreept spierweefsel bij haarspietjes bij kou

Slide 18 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Sommige spieren zitten aan twee kanten vast aan de huid.
Zo kun je kippenvel krijgen
Is dit een bewust of onbewuste actie?
A
bewuste actie
B
onbewuste actie
C
geen van beide

Slide 19 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Door de blinde vlek zie ik
A
een deel van het buitenste gezichtsveld niet
B
een deel van het binnenste gezichtsveld niet
C
voor een deel van het buitenste gezichtsveld geen diepte
D
voor een deel van het binnenste gezichtsveld geen diepte

Slide 20 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wordt kippenvel geregeld vanuit het autosomaal zenuwstelsel of animaal zenuwstelsel?
A
autosomaal
B
animaal

Slide 21 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies


Motivatie voor een bepaald gedrag wordt bepaald door:
A
alleen externe prikkels
B
alleen interne prikkels
C
sleutelprikkels
D
door interne en externe prikkels

Slide 22 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

mechanische receptor
chemische receptor
lichtreceptor
temperatuurreceptor
gehoorreceptor
evenwichtreceptor
tastreceptor
drukreceptor
pijnreceptor
staafjes en kegeltjes
smaakreceptor
reukreceptor
pH receptor
bloeddrukreceptor

Slide 23 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

De spieren die voor kippenvel zorgen , zitten aan je skelet.
A
Ja
B
Nee

Slide 24 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

prikkel
receptor
effector
schakelcel
sensorische neuron
motorische neuron

Slide 25 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

In een hete, vochtige sauna heb je eerder risico op oververhitting dan in een hete, droge saunaruimte. Leg dit uit

Slide 26 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

In een hete, vochtige sauna bestaat eerder risico op oververhitting dan in een hete, droge saunaruimte.

Verklaar dit.

Bij te hoge lichaamstemperatuur gaan mensen zweten. Verdampend zweet onttrekt warmte aan het lichaam. Bij te hoge luchtvochtigheid kan het zweet niet verdampen wat sneller tot oververhitting kan leiden.

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Aan de slag
maken: 2 t/m 6
(eerder klaar: regeling oefenen op biologiepagina.nl)
 
timer
5:00

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies