Oefentoets P3 deel 1

• LSB L&L
• MBO
• Studiejaar 2

Oefentoets LE 6, 7 en 10

We gaan eens kijken wat jullie nog weten. 

Wat moet je kunnen/ kennen?

Voor de "echte" toets moet je uiteraard definities en rijtjes kennen maar je moet het vooral kunnen toepassen.  Je krijgt situaties voorgeschoteld  waarbij jij de kennis toe moet passen.  

Leereenheid 6

Bewegingsvormen

Wat zijn de functies van bewegingsvormen?

1. Ontspanning en recreatie
2. Maatschappelijke activering
3. Ontwikkeling sporttechniek en sporttactiek
4. Stimulering van bewegingsvaardigheden

Welke functie heeft de bewegingsvorm als jij op de BSO een tikspel gaat doen?

1. Ontspanning en recreatie
2. Maatschappelijke activering
3. Ontwikkeling sporttechniek en sporttactiek
4. Stimulering van bewegingsvaardigheden

Aan welke 3 didactische eisen moet een bewegingsvorm voldoen?

Geef aan waarom jouw eerste oefening van jouw volgend les voldoet aan de didactische eisen.

Geef aan waarom jouw eerst oefening voldoet aan de eisen die gesteld worden aan een bewegingsvorm. Er zijn 6 eisen.

Wat houdt BHU in? Waarom doe je dit?

Op welke 2 manieren kan je differentiëren?

1. Inhoudelijk en op arrangements niveau
2. Je kunt niet op 2 manieren differentiëren.

Herhalen bal over werpen waarbij zij een driehoek maken van de vingers

Schieten op de korf, waarbij de afstand naar de korf groter wordt als je raakt schiet

Lay up vanuit stilstand naar lay-up uit dribbel

Dribbelvorm in rustig tempo naar een dribbelvorm in zo'n hoog mogelijk tempo. 

Zet het juiste algemeen methodisch principe bij het daarbij passende voorbeeld

BV sluit aan bij bekende en beheerste BV's

BV zijn geleidelijk oplopend in moeilijkheidsgraad

BV kennen een opbouw van enkelvoudig naar meervoudig.

BV nemen in moeilijkheid toe op basis van verandering op arrangementsniveau en/of leervoorstelniveau

Geef een voorbeeld van een deelmethodische oefening

Wat is een methodisch didactisch hulpmiddel

1. filmbeelden van een perfect voorbeeld
2. Pylon om aan te geven waar ze naar toe moeten.
3. Een korf om met voetbal naar te mikken.
4. Een kast om een barani aan te leren.

Leereenheid 7

Didactische werkvormen

Welke organisatorische didactische werkvorm heb ik bij de kern gebruikt bij de door mij gegeven les?

1. Vrij werken
2. Werken in groepen
3. Werken in een vast volgorde
4. Klassikaal werken

Waarom kies je voor een vraagvorm bij het herhalen van een techniek?

Geef een voorbeeld van tactiele instructie.

Wat moet je altijd doen als je gebruik maakt van een fout voorbeeld.

Had je veel fout.

Je moet er blijkbaar nog tijd in gaan steken ! 

Voor de volgende les doornemen/ leren LE 7 en LE 10