Spelling paragraaf 8 en 9

Aan elkaar of los
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Aan elkaar of los

Slide 1 - Tekstslide


Wat is goed?
A
Zelf opblaas baarmatras
B
Zelf opblaasbaar matras
C
Zelfopblaasbaar matras
D
Zelfopblaasbaarmatras

Slide 2 - Quizvraag


Wat is goed?
A
Verkoop medewerkers
B
Verkoopmedewerkers

Slide 3 - Quizvraag

Leerdoel paragraaf 8


Je kunt bepalen of je een woord aan elkaar of los van elkaar moet schrijven.

Slide 4 - Tekstslide

Uitleg: aan elkaar of los
Samenstellingen schrijf je in het Nederlands in het algemeen aan elkaar. Soms komt er een liggend streepje tussen de delen. 

Schrijf de woorden aan elkaar in de volgende drie situaties:


Slide 5 - Tekstslide

1. Samenstellingen van twee of drie woorden

bruinebonensoep
tuinman
zonnebril
autorijden (maar: gitaar spelen)

Verschil bruinebonensoep en bruine bonensoep?


Slide 6 - Tekstslide

2. Getallen tot duizend (in letters) en samenstellingen met honderd en duizend 



vijfendertig
tweeëntwintig
driehonderdduizend 



Slide 7 - Tekstslide

3. Combinaties van een voorzetsel en een bijwoord / twee voorzetsels / voornaamwoordelijk bijwoord
  • Woorden die gemaakt zijn van de bijwoorden er, hier, daar of waar + een voorzetsel (bijvoorbeeld aan, bij of voor) schrijf je aan elkaar als:
  1.  het voorzetsel erachter staat;
  2. het tweede voorzetsel niet bij een werkwoord hoort
         -> Ik sluit me erbij aan (aansluiten)
         -> Ik tel de punten erbij op (erbij optellen)


Slide 8 - Tekstslide

Aan elkaar of los?

Slide 9 - Tekstslide

Aan elkaar of los?
twaalf duizend
A
aan elkaar
B
los

Slide 10 - Quizvraag

Aan elkaar of los?
drie miljard
A
aan elkaar
B
los

Slide 11 - Quizvraag

Aan elkaar of los? 'Hij heeft alweer een lastig kriebel …. hoestje.'
A
kriebel hoestje
B
kriebelhoestje

Slide 12 - Quizvraag

aan elkaar of los?
A
daar om heen
B
daaromheen
C
daarom heen
D
daar omheen

Slide 13 - Quizvraag

Aan elkaar of los
A
achtuurjournaal
B
achtuur journaal
C
acht uur journaal
D
acht uurjournaal

Slide 14 - Quizvraag

Leerdoel paragraaf 9


Je weet of je een koppelteken (liggend streepje) moet plaatsen tussen twee delen van een samenstelling. 

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Video

Opdrachten cursus 7 Spelling
  • Maak van paragraaf 8: opdracht 3, 4 en 6B

  • Maak van paragraaf 9: opdracht 3, 4, 5 en 9B

Slide 17 - Tekstslide