aan elkaar of los

Aan elkaar of los
1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 13 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Aan elkaar of los

Slide 1 - Tekstslide

doel


Je kunt bepalen of je een woord aan elkaar of los van elkaar moet schrijven

Slide 2 - Tekstslide

Uitleg: aan elkaar of los
Samenstellingen van drie woorden of minder

bruinebonensoep
tuinman
zonnebril

Verschil bruinebonensoep en bruine bonensoep?


Slide 3 - Tekstslide

Uitleg: aan elkaar of los
Woorden die gemaakt zijn van er, hier, daar of waar + een voorzetsel

Hierom, hierdoor, daardoor, erachter


Slide 4 - Tekstslide

Aan elkaar of los?
Samengestelde werkwoorden:

- Autorijden
- Goedkeuren
- Pianospelen

LET OP: gitaar spelen en koffie schenken.

Slide 5 - Tekstslide

Aan elkaar of los? (4)
5. Veel samengestelde bijvoeglijke naamwoorden met een deelwoord als tweede deel:

veeleisend, dichtbevolkt, stomverbaasd

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Video

Aan elkaar of los?

Slide 8 - Tekstslide

Aan elkaar of los?
twaalf duizend
A
aan elkaar
B
los

Slide 9 - Quizvraag

Aan elkaar of los?
drie miljard
A
aan elkaar
B
los

Slide 10 - Quizvraag

Aan elkaar of los? 'Hij heeft alweer een lastig kriebel …. hoestje.'
A
kriebel hoestje
B
kriebelhoestje

Slide 11 - Quizvraag

aan elkaar of los?
A
daar om heen
B
daaromheen
C
daarom heen
D
daar omheen

Slide 12 - Quizvraag

Aan elkaar of los
A
achtuurjournaal
B
achtuur journaal
C
acht uur journaal
D
acht uurjournaal

Slide 13 - Quizvraag