Meer dan lezen: §3 hoofdgedachte

Emma 19
Olivia 20
Karsten 13
Gabriël 14
Thomas 15
Vere 16
Niels 17
Misja 18
Mery 7
Roan 8
Finn 9
Duuk 10
Demi 11
Ilmar 12
Taim 1
Esraa 2
Lana 3
Max 4
Cas 5
Tijn 6
Docent
Bord
1MH4
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolmavo, havo, vwoLeerjaar 2

In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Emma 19
Olivia 20
Karsten 13
Gabriël 14
Thomas 15
Vere 16
Niels 17
Misja 18
Mery 7
Roan 8
Finn 9
Duuk 10
Demi 11
Ilmar 12
Taim 1
Esraa 2
Lana 3
Max 4
Cas 5
Tijn 6
Docent
Bord
1MH4

Slide 1 - Tekstslide

Lezen 10 minuten slaan we over
Huiswerkcontrole + nakijken (10 minuten)
Klassikaal opdracht 3 blz. 22 
Zelfstandig 2, 4 7 en 8
Nakijken en evt. verbeteren paragraaf 3

Doel: 
* je kunt het onderwerp van een tekst of fragment bepalen
* je kunt de hoofdgedachte van een tekst herkennen
 

Verlengde instructie: vooralsnog op aanvraag
timer
10:00

Slide 2 - Tekstslide

Wat is de hoofdgedachte van een tekst?

Slide 3 - Open vraag

De hoofdgedachte

  • De hoofdgedachte is een heel korte samenvatting in één zin. Het is het belangrijkste wat de schrijver wil vertellen. 
  • De hoofdgedachte = het onderwerp + dat wat daarover verteld wordt.  
  • Om de hoofdgedachte te formuleren moet je dus eerst het onderwerp bepalen
  • Het onderwerp = waar de tekst over gaat. Dat kun je vaak met één of enkele woorden zeggen.

Slide 4 - Tekstslide

Hoe vind je het onderwerp van een tekst?

Slide 5 - Open vraag

Het onderwerp

Het onderwerp van een tekst vind je door te letten op: 
  • de titel
  • de eerste zin of de eerste alinea 
  • een afbeelding bij de tekst 
  • tussenkopjes en vetgedrukte of onderstreepte woorden in de tekst 

Slide 6 - Tekstslide

Dus het onderwerp van een tekst is waar de tekst over gaat en de hoofdgedachte van een tekst is wat de schrijver van die tekst de lezer duidelijk probeert te maken.

Slide 7 - Tekstslide

Hoe vind je de hoofdgedachte?

  • Vraag je af wat de schrijver vertelt over het onderwerp
  • Zoek in de eerste alinea of in het slot van een tekst. 
  • De hoofdgedachte hoeft niet letterlijk in de tekst te staan. 
  • Let op! Twee teksten met hetzelfde onderwerp kunnen heel goed twee verschillende hoofdgedachtes hebben.
  • Bedenk wat de tekstsoort en het tekstdoel is, de hoofdgedachte heeft daar mee te maken.

Slide 8 - Tekstslide


Video 
-
Hoofdgedachte

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Video

Aan de slag 


  • Ga naar NieuwNederlands online - Paragraaf 3 - Hoofdgedachte 


Slide 11 - Tekstslide

Lezen 10 minuten slaan we over
Huiswerkcontrole + nakijken (10 minuten)
Klassikaal opdracht 3 blz. 22 
Zelfstandig 2, 4, 7 en 8
Nakijken en evt. verbeteren paragraaf 3

Doel: 
* je kunt het onderwerp van een tekst of fragment bepalen
* je kunt de hoofdgedachte van een tekst herkennen (blz.21)  

Verlengde instructie: vooralsnog op aanvraag
timer
30:00

Slide 12 - Tekstslide

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd

Slide 13 - Open vraag

Stel 1 vraag over iets dat je deze les nog niet zo goed hebt begrepen

Slide 14 - Open vraag