Hoofdregel: -je of -tje achter het woord te zetten: dans – dansje;
In andere gevallen gebruik je -pje of -kje: boom – boompje;
Een woord eindigt op de lange klinker -a, -o of -u die je met één letter schrijft = extra klinker: opa – opaatje;
Woorden die eindigen op -y gebruik je -'tje: baby – baby'tje
Sommige verkleinwoorden wijken af van de regels: tekening – tekeningetje
Voor alle verkleinwoorden geldt dat het lidwoord altijd het is:
het dansje, het boompje, het opaatje, het baby’tje, het tekeningetje.