Noteer de juiste vorm van het onregelmatige werkwoord. Kies uit de persoonsvorm tegenwoordige tijd, het voltooid of het onvoltooid deelwoord.
-(Willen) je me op tijd een berichtje sturen?
-Met een jaarkaart hadden we gratis het museum in (mogen).
-Als ik jullie hulp (willen), dan (zullen) ik het zeggen.
-Je (hebben) wel ongelooflijk veel geluk (hebben).