persoonsvorm

Zinnen maken met de persoonsvorm
1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsISK

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Zinnen maken met de persoonsvorm

Slide 1 - Tekstslide

De man bakt een ei.   (bakken)        
De man = onderwerp         bakt = persoonsvorm

Slide 2 - Tekstslide

De beren eten bamboe.  (eten)
De beren = onderwerp       eten = persoonsvorm

Slide 3 - Tekstslide

De mensen zijn vies.  (zijn)
De mensen = onderwerp    zijn = persoonsvorm

Slide 4 - Tekstslide

Tim verft de muur.   (verven)
Tim = onderwerp          verft = persoonsvorm

Slide 5 - Tekstslide

De persoonsvorm past bij het onderwerp.

ik eet                           
jij eet
hij / zij eet
wij eten
jullie eten
zij eten

De baby eet taart.
Trees en Fatima eten taart
De vriendinnen eten taart

Slide 6 - Tekstslide

De boer ........ de koe.
(voeren)

Slide 7 - Open vraag

Opa en oma ................. de krant.
(lezen)

Slide 8 - Open vraag

Kim ............ van de plank.
(duiken)

Slide 9 - Open vraag

Maak een zin.

Slide 10 - Open vraag

Maak een zin.

Slide 11 - Open vraag

Maak een zin.

Slide 12 - Open vraag

Maak een zin.

Slide 13 - Open vraag

Ik heb nieuwe schoenen gekocht.

Slide 14 - Tekstslide

Willem heeft een taart gebakken.

Slide 15 - Tekstslide

Wij hebben vanmiddag geschaatst.

Slide 16 - Tekstslide

De taart is mislukt

Slide 17 - Tekstslide

Opa en oma zijn gekomen.

Slide 18 - Tekstslide

Er ........ een ongeluk gebeurd.

Slide 19 - Open vraag

Lis en Jos ....... getrouwd

Slide 20 - Open vraag

Ik ....... de hond gewassen.

Slide 21 - Open vraag

Het .......... vannacht gesneeuwd.

Slide 22 - Open vraag

Ik ......... verkouden geworden.

Slide 23 - Open vraag

Aram en Sil ........ gebeld.

Slide 24 - Open vraag

Slide 25 - Tekstslide