persoonsvorm

Zinnen maken met de persoonsvorm
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsISK

In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Zinnen maken met de persoonsvorm

Slide 1 - Tekstslide

De man bakt een ei.   (bakken)        
De man = onderwerp         bakt = persoonsvorm

Slide 2 - Tekstslide

De beren eten bamboe.  (eten)
De beren = onderwerp       eten = persoonsvorm

Slide 3 - Tekstslide

De mensen zijn vies.  (zijn)
De mensen = onderwerp    zijn = persoonsvorm

Slide 4 - Tekstslide

Tim verft de muur.   (verven)
Tim = onderwerp          verft = persoonsvorm

Slide 5 - Tekstslide

De persoonsvorm past bij het onderwerp.

ik eet                           
jij eet
hij / zij eet
wij eten
jullie eten
zij eten

De baby eet taart.
Trees en Fatima eten taart
De vriendinnen eten taart

Slide 6 - Tekstslide

De boer ........ de koe.
(voeren)

Slide 7 - Open vraag

Opa en oma ................. de krant.
(lezen)

Slide 8 - Open vraag

Kim ............ van de plank.
(duiken)

Slide 9 - Open vraag

Maak een zin.

Slide 10 - Open vraag

Maak een zin.

Slide 11 - Open vraag

Maak een zin.

Slide 12 - Open vraag

Maak een zin.

Slide 13 - Open vraag

Slide 14 - Tekstslide