Hoe bedoel je: we kunnen dat allemaal perfect toepassen?
Grammaticakunst: van meer zinnen één zin maken
1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMBOStudiejaar 2
In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.
Onderdelen in deze les
grammatica en samengestelde zinnen
Wat is eigenlijk grammatica?
Waarom moet ik daar iets van weten?
Hoe bedoel je: we kunnen dat allemaal perfect toepassen?
Grammaticakunst: van meer zinnen één zin maken
Slide 1 - Tekstslide
Wat is grammatica?
Grammatica is eigenlijk een soort verzamelnaam voor de regels, de afspraken van een taal en het systeem voor het maken van woorden en zinnen. Door allemaal dezelfde taalregels en taalafspraken te volgen zorgen we dat we elkaar goed begrijpen.
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Video
Grammatica zorgt dus voor betekenis aan wat we precies willen zeggen
Om beter te kunnen zeggen wat we willen, combineren we vaak twee of meer zinnen:
Ik heb honger
Ik heb geen geld bij me
Ik ben in de stad
Ik heb honger, maar ik ben in de stad en heb geen geld bij me.
Slide 4 - Tekstslide
Wat zijn samengestelde zinnen?
Winkelen doe ik nu online, vind naar de winkel gaan toch beter
Winkelen doe ik online
Ik vind naar de winkel gaan leuker
Winkelen doe ik nu online, maar ik vind naar de winkel gaan toch beter
Slide 5 - Tekstslide
Samengestelde zin:
Als het weer kan ga ik vaker naar ze toe en ze lekker knuffelen.
Als het weer kan
Dan ga ik vaker naar ze toe
Ik ga ze lkr knuffelen
Slide 6 - Tekstslide
Slide 7 - Tekstslide
Slide 8 - Tekstslide
Kun je twee persoonsvormen vinden? Ik heb al online gezocht naar een tas, maar ik heb geen tas gevonden.
Slide 9 - Open vraag
Zet de zin in het meervoud, of in de verleden tijd en zoek zo de persoonsvormen:
Ik heb al online gezocht naar een tas, maar ik heb geen tas gevonden.
Slide 10 - Tekstslide
Slide 11 - Tekstslide
Wat is de hoofdzin? Ik heb een nieuwe tas nodig, omdat mijn oude kapot is gegaan.
Slide 12 - Open vraag
Slide 13 - Tekstslide
Slide 14 - Tekstslide
Slide 15 - Tekstslide
Wat is de hoofdzin? Vandaag ga ik een nieuwe tas kopen, omdat de tas in de aanbieding is.
Slide 16 - Open vraag
Slide 17 - Tekstslide
we weten dat er iets is wat we niet weten
We weten iets
dat er niet is
wat we niet weten
Slide 18 - Tekstslide
Slide 19 - Tekstslide
Slide 20 - Tekstslide
Andere manieren om zinnen samen te voegen:
Het paard dat daar staat, is lief.
Het paard is lief
Het paard staat daar
Slide 21 - Tekstslide
Ik moet nog perensap gaan kopen en ik moet ook nog bananen halen.
A
Hoofdzin+bijzin
B
Hoofdzin+hoofdzin
C
hoofdzin
Slide 22 - Quizvraag
Of dat allemaal gaat lukken, is natuurlijk nog maar de vraag.
A
Hoofdzin + hoofdzin
B
Hoofdzin + bijzin
C
Hoofdzin
Slide 23 - Quizvraag
Of dat allemaal gaat lukken, is natuurlijk nog maar de vraag.