Mentorentraining 2

Mentorentraining 2
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
MentoraatBeroepsopleiding

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 90 min

Onderdelen in deze les

Mentorentraining 2

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we doen? 
  • check-in
  •  wat gaan we doen vandaag?
  • leerlingen/studenten - wie heb je in de les?
  • pauze
  • coachende vaardigheden - hoe voer je een gesprek? 
  • eventuele casus(sen)
  • check-out

Slide 2 - Tekstslide

Leerlingen/studenten 

Welke leerlingen/studenten zien jullie voorbij komen? 

Hierna gaan we steeds kenmerken beschrijven van de 'types' leerlingen die we kennen. (Uiteraard is er niet 1 passende mal over te leggen, maar bepaalde kenmerken komen vaak wel overeen)

Slide 3 - Tekstslide

Hoe zie je de clown van de klas?

Slide 4 - Woordweb

De clown
grappenmaker/gangmaker
sommigen vinden hem juist bloed-irritant

Voordeel in de groep: kan spanning ombuigen tot een fijnere sfeer
Nadeel in de groep: kan bliksemafleider zijn, of neemt alles niet zo serieus

Slide 5 - Tekstslide

Hoe zie je de populaire leerling
van de klas?

Slide 6 - Woordweb

De populaire leerling
individueel zijn ze meestal wel aardig, als groepje kunnen ze arrogant overkomen. 

Voordeel in de groep: als je ze mee hebt, dan volgt de rest vanzelf
Nadeel in de groep: de zogeheten HC-meisjes bepalen zelf wel wat de regels zijn 


Slide 7 - Tekstslide

Hoe zie je de zogeheten 'nerd'
van de klas?

Slide 8 - Woordweb

De nerd
Haalt hoge cijfers, stelt vragen, is geïnteresseerd

Voordeel in de groep: durft vragen te stellen die de anderen niet stellen - maar wel willen weten
Nadeel in de groep: wordt snel gepest omdat de docent geneigd is de leergierige leerling als voorbeeld te nemen 

Slide 9 - Tekstslide

En dan heb je ook nog:
de leider

Elke groep heeft een leider. Deze kan positief of negatief zijn. 
Het is de kunst om een negatieve leider zo te draaien, dat hij/zij positief wordt. Hij voelt zich verantwoordelijk voor de groep. Soms wordt hij gedwongen in de rol, iedereen verwacht bepaald gedrag en dan doet hij dat maar. 

Slide 10 - Tekstslide

Hoe kun je van een negatieve leider 
een positieve maken? 

Slide 11 - Tekstslide



Wat doe je op jouw school als een leerling dwars is/saboteert? 

Slide 12 - Tekstslide

timer
10:00

Slide 13 - Tekstslide

Hoe voer je een gesprek?
- plek
- tijd
- inhoud

Slide 14 - Tekstslide

Locatie 
tegenover elkaar zittend
in het dierenlokaal
terwijl je samen aan het bouwen bent
buiten wandelend
terwijl je een balletje overgooit

Slide 15 - Tekstslide

Tijd
einde van de dag is de energie weg
is er tijd in je rooster voor gesprekken?
hoeveel tijd heb je per gesprek? 
hoe bewaak je de tijd?
is de tijd voor de leerling ook goed gekozen?

Slide 16 - Tekstslide

Hoe voer je een gesprek? 
Bij een gewoon gesprek is er altijd sprake van: 
zender - boodschap - ontvanger

Slide 17 - Tekstslide

Tijdens het gesprek: 
Check steeds of je het over hetzelfde hebt
Is er geen ruis op de lijn?

Slide 18 - Tekstslide

Bij een coachend gesprek spelen er nog andere dingen mee. 

Slide 19 - Tekstslide

Wat weet je over coaching?
Wat komt er bij je op?

Slide 20 - Woordweb

Coaching is: 
door middel van de juiste vragen stellen de ander verder helpen met zijn/haar ontwikkeling. 

Het is een zogeheten 'pulling-out' activiteit, want het antwoord ligt al in hem of haarzelf. 

Slide 21 - Tekstslide

Coachende vragen zijn open vragen. 


Wat ... wil je bereiken?
Waar ... ga he aan werken?
Wanneer ... wil je je doel behaald hebben?
Wie ... kan jou daarbij helpen?
Wat ... als je het niet doet (of juist wel)? 

Slide 22 - Tekstslide

Maak de doelen klein. Stel desnoods tussendoelen op. 

Voorbeeld: 
"Ik wil minder verlegen zijn in de klas."

Tussendoel: "Ik ga de komende periode bij twee lessen mijn hand opsteken om een vraag te stellen of te beantwoorden."

Slide 23 - Tekstslide

Zijn er nog vragen? 
Vul alsjeblieft voor mij de enquête in (link in de chat).


Slide 24 - Tekstslide