rechtsstaat voor Nienke

Rechtsstaat samenvatting 1e lessen
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 16 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

Rechtsstaat samenvatting 1e lessen

Slide 1 - Tekstslide

Libertaire staat
Blz 10 

Slide 2 - Tekstslide

Wat heb ik te zeggen als burger? Vrijheidsrechten.
Mag de overheid zich met mijn leven bemoeien?
Libertair: alleen rechten: ik ben zó vrij als burger, overheid mag zich totaal niet bemoeien. Ik ga volledig over mijn eigen leven. "Wie bent u? U hebt niets over mij te zeggen".
Totalitair: alleen plichten: overheid mag álles doen: mag je oppakken, afluisteren, doodstraf geven als jij niet volgens de regels leeft. In dictatuur: ook geen zeggenschap over die regels. 

Rechtsstaat
Geen absolute vrijheid, ook de overheid moet zich aan regels houden:
- Rechten/plichten overheid: mag niet zomaar afluisteren. Wel met bevel.
- Rechten/plichten van jou: als politie je aanhoudt, moet je stoppen. 

In een democratie: permanente discussie over hoe rechtsstaat eruit moet zien. 

Slide 3 - Tekstslide

Progressief

Nadruk op rechtsbescherming:
Overheid mag niet te snel aan mij komen. Ik word beschermd door het recht. Je bent 'verdachte'  en de overheid mag niet alles met jou doen
Vrijheid burgers. 


Beide elementen staan centraal in on

Conservatief

Nadruk op rechtshandhaving:
Overheid moet de orde handhaven
Als je regels overtreed: overheid veel middelen hebben om jou op te pakken en te bestraffen. 
Overheid optreden.  


ze rechtsstaat waar leg je nadruk op?

Slide 4 - Tekstslide

14

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Allemaal stukje macht om criminaliteit te bestrijden
Uiteindelijk willen alle politici balans wat is die balans?
 Probleem = als de een vindt dat de ander een te grote broek aantrekt.

U gaat op de stoel van de gekozen politici zitten! Dicastocratie
Rechtersmacht: ze leggen wetten niet goed uit --> Macht inperken.

U gaat op de stoel van de rechter zitten. Politici moeten zich niet bemoeien met onafhankelijke oordeel rechter. Politiek moet zich aan haar eigen wetten, aan de Grondwet en internationale verdragen  houden. 


Slide 8 - Tekstslide

Waar ligt de macht / zeggenschap uiteindelijk?
Niet bij Schoof
Niet bij de 2e Kamer
Niet bij de rechter

De macht ligt nergens. Dat maakt de rechtsstaat zo geweldig.
Er is evenwicht: alledrie een beetje macht. Broos bouwwerk.

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Beïnvloeding

Slide 11 - Tekstslide

Hoe moet de overheid criminaliteit bestrijden?

Stap 1: wat zet je in de wet? (wetgevende macht)
Stap 2: hoe moet de strafwet uitgevoerd worden? (uitvoerende)
Stap 3: hoe moet de rechter straffen en waarom? (rechtspreken

strafrechtafschaffers - hervormers - strafrechtverharders

Slide 12 - Tekstslide

Stap 1 = Wat zet je in de wet?

= criminaliseren / decriminaliseren

1) Moet gedrag überhaupt strafbaar gesteld worden in de wet? bv. Drugsgebruik? Abortus? Euthanasie? 

2) Welke straf moet dan in het wetboek v strafrecht komen? Wat is de maximumstraf? 

Slide 13 - Tekstslide

In hoeverre gedrag (de)criminaliseren?
3 visies:




Afschaffers

zo min mogelijk criminaliseren 

= Overheid kom niet aan mijn vrijheid 
Als ik wil blowen, of ik ben ziek en wil sterven: moet je aan burgers overlaten. 
= Niet te snel strafbaar stellen
 

tussenin: Hervormers: 

Gedrag misschien niet goed: onder bepaalde voorwaarden niet strafbaar. Niet strafwaardig.

Verharders

wel criminaliseren

= Die vrijheid schiet door
Je moet burger duidelijk vertellen dat bepaalt gedrag niet kan. 
=Hard aanpakken in wetboek strafrecht

Slide 14 - Tekstslide

Stap 2 = Uitvoeren strafwet
Politie en OM komen alleen in actie, als het gedrag strafbaar is gesteld in wet.

1) Wat mag politie doen voordat delict heeft plaatsgevonden? Preventief
2) Wat mag de politie doen, nadat het delict heeft plaatsgevonden? Reactief

Afschaffers: preventief (politie al kijken voordat) = té grote aantasting vrijheid van burgers. Reactief = uiterst terughoudend. Afluisteren, woning in. Rechtsbescherming belangrijk.

Hervormers: onder bepaalde omstandigheden preventief optreden bij zware delicten. 

Verharders: politie veel bevoegdheden, rechtshandhaving: niet ongestraft je gang kunnen gaan. Als je kunt overtreden zonder opgepakt worden: rechtsstaat weg.  Rechtshandhaving moet centraal staan.  Zo min mogelijk mensen rondlopen die (mogelijk) iets hebben gedaan.

Slide 15 - Tekstslide

Stap 3: Hoe straffen? En waarom

1) Afschaffers (progressief): lang straffen is geen goed idee. 
Lang in de gevangenis zitten, om daarna weer te leren hoe terugkomen in maatschappij. 
Mensen die iets fouts hebben gedaan: niet buiten samenleving plaatsen, maar in gesprek .
Strafrecht > zoveel mogelijk burgerlijk recht. Voorkomen (preventie) nog een keer de fout in.
Dader en slachtoffer om tafel uitpraten en schadevergoeding

2) Hervormers: vooral mensen iets leren. Resocialisatie. Leren en weer terugkeren in de samenleving is belangrijkste doel straffen. Niet te lang. Via taakstraffen ander gedrag aanleren

3) Verharders (conservatief): juist langdurig straffen. Vergelding en afschrikking. Zodat de daders en potentiële daders niet denken dat de gevangenis een hotel is en het een 2e keer wel uit hun hoofd laten.


Slide 16 - Tekstslide