Voor Emma

Voor Emma
1 / 10
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 10 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

Voor Emma

Slide 1 - Tekstslide

Vorige les: is er een baas in de rechtsstaat?

Slide 2 - Tekstslide

Waar ligt de macht / zeggenschap uiteindelijk?
Niet bij Schoof
Niet bij de 2e Kamer
Niet bij de rechter


De macht ligt nergens. Dat maakt de rechtsstaat zo geweldig.
Er is evenwicht: alledrie een beetje macht. Broos bouwwerk.
Tekst

Slide 3 - Tekstslide

Leerdoelen deze en volgende les:
- Weten wanneer gedrag strafbaar/strafwaardig is, wanneer niet?

- Drie visies kennen op:
1) criminaliseren/decriminaliseren
2) politiebevoegdheden bij rechtshandhaving
3) hoe we strafbaar gedrag bestraffen in een rechtsstaat?

- Een beargumenteerd standpunt kunnen innemen op probleemstellingen

Slide 4 - Tekstslide

Hoe moet de overheid criminaliteit bestrijden?

Stap 1: wat zet je in de wet? (wetgevende macht)
Stap 2: hoe moet de strafwet uitgevoerd worden? (uitvoerende)
Stap 3: hoe moet de rechter straffen en waarom? (rechtspreken

strafrechtafschaffers - hervormers - strafrechtverharders
Strafrecht slechte manier om criminaliteit te bestrijden - hervormen - strenger optreden

Slide 5 - Tekstslide

Stap 1 = Wat zet je in de wet?

= criminaliseren / decriminaliseren

1) Moet gedrag überhaupt strafbaar gesteld worden in de wet? bv. Drugsgebruik? Abortus? Euthanasie? 

2) Welke straf moet dan in het wetboek v strafrecht komen? Wat is de maximumstraf? 

Slide 6 - Tekstslide

In hoeverre gedrag (de)criminaliseren?
3 visies:




Afschaffers

zo min mogelijk criminaliseren 

= Overheid kom niet aan mijn vrijheid 
Als ik wil blowen, of ik ben ziek en wil sterven: moet je aan burgers overlaten. 
= Niet te snel strafbaar stellen
 

tussenin: Hervormers: 

Gedrag misschien niet goed: onder bepaalde voorwaarden niet strafbaar. Niet strafwaardig.

Verharders

wel criminaliseren

= Die vrijheid schiet door
Je moet burger duidelijk vertellen dat bepaalt gedrag niet kan. 
=Hard aanpakken in wetboek strafrecht

Slide 7 - Tekstslide

Stap 2 = Uitvoeren strafwet
Politie en OM komen alleen in actie, als het gedrag strafbaar is gesteld in wet.

1) Wat mag politie doen voordat delict heeft plaatsgevonden? Preventief
2) Wat mag de politie doen, nadat het delict heeft plaatsgevonden? Reactief

Afschaffers: preventief (politie al kijken voordat) = té grote aantasting vrijheid van burgers. Reactief = uiterst terughoudend. Afluisteren, woning in. Rechtsbescherming belangrijk.

Hervormers: onder bepaalde omstandigheden preventief optreden bij zware delicten. 

Verharders: politie veel bevoegdheden, rechtshandhaving: niet ongestraft je gang kunnen gaan. Als je kunt overtreden zonder opgepakt worden: rechtsstaat weg.  Rechtshandhaving moet centraal staan.  Zo min mogelijk mensen rondlopen die (mogelijk) iets hebben gedaan.

Slide 8 - Tekstslide

Stap 3: Hoe straffen? En waarom

1) Afschaffers (progressief): lang straffen is geen goed idee. 
Lang in de gevangenis zitten, om daarna weer te leren hoe terugkomen in maatschappij. 
Mensen die iets fouts hebben gedaan: niet buiten samenleving plaatsen, maar in gesprek .
Strafrecht > zoveel mogelijk burgerlijk recht. Voorkomen (preventie) nog een keer de fout in.
Dader en slachtoffer om tafel uitpraten en schadevergoeding

2) Hervormers: vooral mensen iets leren. Resocialisatie. Leren en weer terugkeren in de samenleving is belangrijkste doel straffen. Niet te lang. Via taakstraffen ander gedrag aanleren

3) Verharders (conservatief): juist langdurig straffen. Vergelding en afschrikking. Zodat de daders en potentiële daders niet denken dat de gevangenis een hotel is en het een 2e keer wel uit hun hoofd laten.


Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide