Bijwoordelijke bepaling

• Nederlands
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 1

Welkom!

> Leg NieuwNederlands alvast op tafel;

Belangrijk!

> Herkansen/inhalen in Magister?

Deze les

> Opfrissen vorige paragrafen

> Aan het einde van de les kun je een bijwoordelijke bepaling herkennen en benoemen in een zin.

Even opfrissen

Keuze 1:

Theorie BWB al bekend? 

- Lees het groene blokje op blz. 224 even door ter herhaling

- Maak opdracht 2 t/m 4.

Keuze 2:

Theorie nieuw of nog moeilijk? 

- Doe mee met de uitleg en de gezamenlijke oefening.

Bijwoordelijke bepaling BWB

> Een BWB zegt iets over:

    - plaats (op zolder)

     - tijd (over twee weken)

     - reden (vanwege de regen)

Bijwoordelijke bepaling BWB

> Een BWB geeft antwoord op vraagwoorden

Waar, wanneer, waardoor, waarheen, hoe lang, hoe ver, et cetera.

Bijwoordelijke bepaling BWB

> Zoek het BWB maar eens:

's Morgens bracht Kees zijn broertje naar school.

Wanneer, waar, hoe?

Bijwoordelijke bepaling BWB

> Zoek het BWB maar eens:

's Morgens|bracht |Kees|zijn broertje|naar school.

Wanneer, waar, hoe?

Bijwoordelijke bepaling BWB

> Een BWB kan nul, één of meerdere keren in een zin staan.

> Een vraagwoord zelf is ook een BWB! Waar heb je die gekocht?

Samen oefenen: haal uit iedere zin de bijwoordelijke bepaling

Samen oefenen: haal uit iedere zin de bijwoordelijke bepaling

Aan het werk

Maak opdracht 2 t/m 4 op bladzijde 225.

Klaar? Haal alle zinsdelen uit de zinnen van opdracht 3 en 4.