01 Week 36 HV1C/HV1F 2-5 september 2024

Wat heb je nodig bij NE?
  • Boek Nieuw Nederlands
  • Schrift A4-formaat
  • Wisbordje + stift
  • Gevuld etui (pennen, potlood, markeerstiften)

1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 24 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 90 min

Onderdelen in deze les

Wat heb je nodig bij NE?
  • Boek Nieuw Nederlands
  • Schrift A4-formaat
  • Wisbordje + stift
  • Gevuld etui (pennen, potlood, markeerstiften)

Slide 1 - Tekstslide

Hoe werken we bij NE?
  • Start les = spullen pakken
  • Daarna DIRECT een opdracht maken!
  • Uitleg
  • Zelf werken
  • Controle

  • 2x per week huiswerk = maken en leren

Slide 2 - Tekstslide

Maak de opdracht.
timer
5:00

Slide 3 - Tekstslide

Aan het einde van deze les ...

... kun je een zin in zinsdelen verdelen door verticale strepen tussen de zinsdelen te zetten. 

Slide 4 - Tekstslide

STAP 1: de persoonsvorm vinden

Je hebt drie manieren om de persoonsvorm te vinden

Slide 5 - Tekstslide

Persoonsvorm vinden, hoe doe je dat?
  1. Maak van de zin een vraag.
  2. Zet de zin in een andere tijd.
  3. Verander het getal van de zin.

Slide 6 - Tekstslide

Maak een vraag:
Gio wil op zaterdag geen huiswerk maken.

VRAAG: Wil Gio op zaterdag geen huiswerk maken?

Persoonsvorm = wil

Slide 7 - Tekstslide

Maak vragen:
1. Enkele brugklassers komen op een elektrische fiets naar school.
2. Op den duur zullen sommige inheemse dieren uitsterven.
3. Je hoeft geen rekenmachine te gebruiken voor deze eenvoudige sommen.

Slide 8 - Tekstslide

Zet in een andere tijd:
Gio wil op zaterdag geen huiswerk maken.

ANDERE TIJD: Gio wilde op zaterdag geen huiswerk maken.

Persoonsvorm = wil

Slide 9 - Tekstslide

Zet in een andere tijd:
4. Tot hun spijt verloren de jongens de laatste wedstrijd van de competitie.
5. Stella wil met haar zus een citroentaart bakken voor hun oma.
6. Neemt Dave de krantenwijk over van Mees?

Slide 10 - Tekstslide

Verander het getal:
Gio wil op zaterdag geen huiswerk maken.

ANDER GETAL: Gio en Merel willen op zaterdag geen huiswerk maken.

Persoonsvorm = wil

Slide 11 - Tekstslide

Verander het getal:
7. Een puzzel van duizend stukjes leg jij niet in een paar uur!
8. Deze tuin met veel groen en weinig stenen is duurzaam.
9. In het weekend worden vaak leuke uitjes gepland.

Slide 12 - Tekstslide

Verdeel de zin in zinsdelen.
Doe dat zo:
zinsdeel / zinsdeel / zinsdeel /

Tussen ieder zinsdeel komt dus een schuine streep met een spatie ertussen.

Slide 13 - Tekstslide

STAP 2: zet strepen tussen de zinsdelen


  • Alles voor de persoonsvorm is één zinsdeel.
  • Alles wat je voor de persoonsvorm kan zetten is een zinsdeel.
  • Denk aan de woorden die altijd los zijn!

Slide 14 - Tekstslide

Alles voor de persoonsvorm is één zinsdeel
De eerste twee streepjes staan dus altijd voor en achter de persoonsvorm.

Marie / heeft / al haar huiswerk al gemaakt.
De nieuwe telefoon van mijn vader / is / kapot

Slide 15 - Tekstslide

Sommige woorden zijn altijd los:

  • werkwoorden
  • werkwoorden met 'te', ' aan het' en losse stukken
  • niet / wel / altijd / nooit

Slide 16 - Tekstslide

Aan de slag!
Controleer het blad dat je hebt gemaakt.
timer
5:00

Slide 17 - Tekstslide

1. Enkele brugklassers / komen / op een elektrische fiets / naar school.
2. Op den duur / zullen / sommige inheemse dieren / uitsterven.
3. Je / hoeft / geen rekenmachine / te gebruiken / voor deze eenvoudige sommen.

Slide 18 - Tekstslide

4. Tot hun spijt / verloren / de jongens / de laatste wedstrijd (/) van de competitie.
5. Stella / wil / met haar zus / een citroentaart / bakken / voor hun oma.
6. Neemt / Dave / de krantenwijk / over / van Mees?

Slide 19 - Tekstslide

7. Een puzzel van duizend stukjes / leg / jij / niet / in een paar uur!
8. Deze tuin met veel groen en weinig stenen / is / duurzaam.
9. In het weekend / worden / vaak / leuke uitjes / gepland.

Slide 20 - Tekstslide

Aan de slag!
Blz. 205: opdracht 4 en 5 maken.

Klaar? Lees het groene blok op blz. 204
timer
10:00

Slide 21 - Tekstslide

Hoe vind je de persoonsvorm?
  • Als je de zin in een andere tijd zet, verandert de persoonsvorm.
  • Als je de zin van enkelvoud naar meervoud verandert of
    andersom, verandert de persoonsvorm. (ook het onderwerp!)
  • Als je de zin vragend maakt, komt de persoonsvorm op de eerste plaats.

Slide 22 - Tekstslide

De persoonsvorm (pv)
  • Staat er maar één werkwoord in de zin? Dan is dat automatisch de persoonsvorm.

  • Als er zinnen aan elkaar vastgemaakt worden, heb je meerdere persoonsvormen.



Slide 23 - Tekstslide

Ezelsbruggetje

Alles wat voor de persoonsvorm staat of kan staan = een zinsdeel.



Slide 24 - Tekstslide