H5 - Lezen en argumenteren - les 2+begin 3

Lezen en Argumenteren
Ik kan het taalgebruik in een tekst beoordelen
Ik kan de functie van een tekstgedeelte bepalen
Ik kan vragen over de titel van de tekst beantwoorden
Ik kan uitspraken over een tekst beoordelen
Ik kan teksten vergelijken

1 / 11
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

In deze les zitten 11 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 80 min

Onderdelen in deze les

Lezen en Argumenteren
Ik kan het taalgebruik in een tekst beoordelen
Ik kan de functie van een tekstgedeelte bepalen
Ik kan vragen over de titel van de tekst beantwoorden
Ik kan uitspraken over een tekst beoordelen
Ik kan teksten vergelijken

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Lezen en Argumenteren
Ik kan het taalgebruik in een tekst beoordelen
Ik kan de functie van een tekstgedeelte bepalen
Ik kan vragen over de titel van de tekst beantwoorden
Ik kan uitspraken over een tekst beoordelen
Ik kan teksten vergelijken

Slide 3 - Tekstslide

Theorie lezen
Hoofdstuk 10.2, blz. 333-341

Slide 4 - Tekstslide

Oefenen
Maak opdracht 8 t/m 17 (blz. 333-341) 

Slide 5 - Tekstslide

Het antwoord op vraag 10 is
A
A
B
B
C
C
D
D

Slide 6 - Quizvraag

Het antwoord op vraag 12 is...
A
A
B
B
C
C
D
D

Slide 7 - Quizvraag

Opdracht 8
Drie van de volgende:
− ‘(Het is daarom) eigenaardig’ (regels 16-17)
− ‘Juist de overheid zou de regie moeten hebben (bij de inperking van het zwerfafval)’
(regels 34-36)
− ‘(Op dit moment) lijken (de overheid en het parlement echter) schatplichtig te zijn aan’ (regels 37-39)
− ‘(Een goede inzamelingsprestatie) behoort (echter) geen douceurtje elders op te leveren’ (regels 54-56)
Per juist gekozen voorbeeld 1
Let op correcte spelling.

Opdracht 9
D verwondering

Opdracht 10
C tegenstelling met het gestelde in alinea 3. 1p

Opdracht 11
gevolg 1p

Opdracht 12
D vertellen van de aanleiding. 1p

Slide 8 - Tekstslide

Opdracht 13
1 (probleem) Hij schreef dat onze eigenwaarde wordt ondermijnd door alle lijstjes en Facebook-statistieken.
2 onderbouwing / argument Wanneer we op internet iets lezen, kunnen we immers direct zien hoeveel anderen het vóór ons al hebben geliket.
3 gevolg “Zo worden we aangemoedigd om niet onze eigen mening te vormen, maar af te gaan op wat andere mensen van iets vinden.”
4 standpunt En dat is kwalijk, vindt hij,
5 argument / standpunt want mensen moeten niet afgaan op wat de massa wil.
6 oplossing “Deel datgene wat je verschillend maakt van een ander, niet datgene wat je op een ander doet lijken.”



Slide 9 - Tekstslide

Opdracht 14
B alinea 7 1p

Opdracht 15
C geïnformeerd over de voor- en nadelen van de deeleconomie. 1p

Opdracht 16
D Zowel Newspeak als Facebook geeft de werkelijkheid te eendimensionaal weer. 1p

Opdracht 17
De kern van een goed antwoord is:
(Zowel de hoofdtekst als het tekstfragment is negatief) over het misbruik dat van
het gebruik van de like-knop kan worden gemaakt. 1p
Let op correcte spelling.

Slide 10 - Tekstslide

Lezen en Argumenteren
Ik kan het taalgebruik in een tekst beoordelen
Ik kan de functie van een tekstgedeelte bepalen
Ik kan vragen over de titel van de tekst beantwoorden
Ik kan uitspraken over een tekst beoordelen
Ik kan teksten vergelijken

Slide 11 - Tekstslide