4.2 Vermogen en weerstand

Klaarmaken voor de les
  • Pak een aantekeningenschrift
  • Leg je telefoon weg
  • Zorg ervoor dat je boeken op tafel liggen
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
Nask / TechniekMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Klaarmaken voor de les
  • Pak een aantekeningenschrift
  • Leg je telefoon weg
  • Zorg ervoor dat je boeken op tafel liggen

Slide 1 - Tekstslide

4.2 Vermogen en weerstand

Slide 2 - Tekstslide

Wat te doen vandaag
  • Leerdoelen
  • Vermogen
  • Veiligheidsvoorzieningen
  • Oefenen met vermogen
  • Zelf aan het werk

Slide 3 - Tekstslide

Leerdoelen
  1. Ik kan in eigen woorden het begrip ‘vermogen’ uitleggen.  
  2. Ik kan rekenen met de formule P = U x I (inclusief het herschrijven van de formule zodat je elke onbekende grootheid kunt uitrekenen) 
  3. Ik kan in eigen woorden het begrip ‘weerstand’ uitleggen 
  4. Ik kan rekenen met de formule van weerstand
     (inclusief het herschrijven van de formule zodat je elke onbekende grootheid kunt uitrekenen) 
  5. Ik kan het verschil tussen overbelasting en kortsluiting beschrijven 

Ik kan het nut van een zekering uitleggen 


Slide 4 - Tekstslide

Wat is vermogen
Vermogen is de hoeveelheid energie dat een apparaat per seconden gebruikt.

Niet alle apparaten hebben hetzelfde vermogen

Slide 5 - Tekstslide

Formule van vermogen
Grootheid
Eenheid
Standaardeenheid
Symbool
Vermogen
Spanning
Stroomsterkte
Formule in woorden:


Formule in symbolen:

Slide 6 - Tekstslide

Formule van vermogen
Grootheid
Symbool
Standaardeenheid
Symbool
Vermogen
P
Watt
W
Spanning
U
Volt
V
Stroomsterkte
I
Ampère
A
Formule in woorden:
Vermogen = spanning x stroomsterkte

Formule in symbolen:
P = UxI

Slide 7 - Tekstslide

Hoe groot is het vermogen?
A
3.6 A
B
50-60 Hz
C
230 V
D
780 W

Slide 8 - Quizvraag

Spanning in Nederland
De spanning op het Nederlandse elektriciteitsnet is 230 V


Slide 9 - Tekstslide

Kortsluiting
Kortsluiting, 
  • Stroom loopt rechtstreeks van de + naar de - pool. Hierdoor gaat de stroomt niet naar het apparaat. Hierdoor ontstaat warmte en kan er brand ontstaan.


Slide 10 - Tekstslide

Zekering (smeltveiligheid)
Een zekering zorgt ervoor dat de stroomkring bij kortsluiting of overbelasting wordt onderbroken.

Slide 11 - Tekstslide

Elektronische zekering
Smeltveiligheid

Slide 12 - Tekstslide

In de smelt-veiligheid zit een draadje: de smeltdraad. Alle stroom van de groep gaat door dit draadje. Bij over-belasting of kortsluiting wordt het draadje zo warm dat het smelt. De stroomkring wordt onderbroken. De spanning op de groep is uitgeschakeld. 

Slide 13 - Tekstslide

Overbelasting

Slide 14 - Tekstslide

Op een stopcontact sluit je met een verlengsnoer een tv, broodrooster, wasmachine, stofzuiger en magnetron aan. Welk gevaar kan optreden?
A
kortsluiting
B
overbelasting
C
geen gevaar

Slide 15 - Quizvraag

Kortsluiting of overbelasting?
A
Overbelasting
B
Kortsluiting

Slide 16 - Quizvraag

Bij overbelasting worden de draden zo heet dat er brand kan ontstaan.
A
waar
B
niet waar

Slide 17 - Quizvraag

Oefenen
Een elektrische grasmaaier heeft een spanning van 500 V, de stroomsterkte die door de grasmaaier loopt is 15 A. 
Wat is het vermogen van de grasmaaier?

Slide 18 - Tekstslide

Oefenen
Een elektrische auto rijd over de snelweg. Het vermogen van deze auto is 451 kW. De stroomsterkte is 48 A. 

Bereken de spanning van de auto

Slide 19 - Tekstslide

Zelf aan het werk
Ga aan het werk met paragraaf 4.2
Klaar? Nakijken

Slide 20 - Tekstslide