Meervoud en tussenletter

Meervoud en tussenletter
Nederlands Taalverzorging
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Meervoud en tussenletter
Nederlands Taalverzorging

Slide 1 - Tekstslide

Wat is een zelfstandig naamwoord?

Slide 2 - Open vraag

Meervoud: algemeen
De meeste zelfstandig naamwoorden krijgen in het meervoud
-en of -s:

  • gebied - gebieden
  •  tafel - tafels

Slide 3 - Tekstslide

Meervoud met -en
Pas de spelling aan als dat nodig is:

  • laars - laarzen
  • doos - dozen
  • man - mannen
  • vraag - vragen

Slide 4 - Tekstslide

Meervoud met -en
Als een woord eindigt op -ee of -ie komt er bijna altijd ën achter:

  • idee - ideeën
  • categorie - categorieën 

Slide 5 - Tekstslide

Wat is de juiste spelling?
A
kopiën
B
kopieën
C
kopien

Slide 6 - Quizvraag

Wat is de juiste spelling?
A
parfumerieën
B
parfumeriën
C
parfumien

Slide 7 - Quizvraag

Meervoud met -s
Pas de spelling aan als dat nodig is.

Gebruik de apostrof (') als je in de problemen komt met de uitspraak of na een y. Je gebruikt het ook na een afkorting.

  • taxi - taxi's, baby - baby's 
  • dm - dm's, wc - wc's

Slide 8 - Tekstslide

Meervoud met -s
De -s kan gewoon vast aan het woord als het niet uitmaakt voor de uitspraak:

  • café - cafés
  • logé - logés
  • cadeau - cadeaus

Slide 9 - Tekstslide

Wat is de juiste spelling meervoud van:
familie?

Slide 10 - Open vraag

Wat is de juiste spelling meervoud van:
scooter?

Slide 11 - Open vraag

Wat is de juiste spelling meervoud van:
lama?

Slide 12 - Open vraag

Speciale meervouden
  • medicus - medici
  • technicus - technici
  • kind - kinderen
  • vlo - vlooien

Slide 13 - Tekstslide

Tussenletters
Twee woorden die samen één woord worden heet een samenstelling:

  • fiets + hok = fietsenhok
  • school + toneel = schooltoneel
  • bedrijf + feest = bedrijfsfeest

Slide 14 - Tekstslide

Tussenletters -en-
Als het woord in het meervoud eindigt op -en:

  • pannenkoek
  • paardenbloem
  • takenlijst

Slide 15 - Tekstslide

Uitzonderingen
Eerste woord heeft ook meervoud op -s:
- gemeentehuis, gedachtegang, groentesoep
Eerste woord is uniek, er is er maar één van:
- maneschijn, zonnewijzer
Eerste woord is een bijvoeglijk naamwoord of werkwoord:
- hogeschool, jokkebrok

Slide 16 - Tekstslide

Wanneer tussenletter -s-?
Als je de -s- hoort:
- groepsreis, fabrieksgarantie, landingsbaan

Slide 17 - Tekstslide

Twijfel je?
Is het dorpstraat of dorpsstraat? Gebruik het woord in een andere samenstelling: 
dorpsplein 
Daar staat een -s- achter 'dorp', dus ook: 
dorpsstraat. 

Slide 18 - Tekstslide

Opdracht
Blz. 300 t/m 305
2.4 en 2.5 van Taalverzorging

Slide 19 - Tekstslide